Zo gaat agent Michael om met dodelijke ongelukken: ‘We blijven mensen’
"Wij worden door de meldkamer opgeroepen als een ongeluk ernstig blijkt te zijn. Dan kan je denken aan een grote ravage die achterblijft, maar ook aan zware ongelukken die soms dodelijk aflopen", vertelt Michael.
Vorig jaar vielen in Brabant 91 dodelijke verkeersslachtoffers, het laagste aantal sinds 2013. Een blik op de laatste hele week van afgelopen maart laat zien dat er in die periode veel slachtoffers vielen in het verkeer. Bijvoorbeeld op 22 maart: toen werd een jongetje van 4 jaar oud doodgereden door een taxibus. Op 23 maart werd een jongen van 16 doodgereden in Tilburg voor zijn stage-adres bij GroenRijk in Tilburg. Het ongeluk waarbij twee kinderen (0 en 4) om het leven kwamen, gebeurde op 26 maart, toen de moeder tegen een boom reed.
"Het doet zeker wat met je. Politieagenten blijven mensen."
Het team waarin Michael werkt bestaat uit zo'n vijftig agenten. "Ondanks het grote team kan een agent wel een slechte week hebben waarbij je aanwezig bent bij meerdere dodelijke ongelukken. Dat is heftig. Het doet zeker wat met je, want politieagenten blijven mensen." Dit keer pakte het voor Michael zo uit dat hij naar geen enkel van de zeven ongelukken werd toegstuurd. Maar helaas heeft hij er genoeg ervaring mee.
Daarom weet hij, dat er op de plek van zo'n ongeluk geen ruimte is voor veel emotie. Er moet een knop om. "Ik probeer dan zo zakelijk mogelijk te blijven en het niet te persoonlijk te maken. Dat is ook in het belang van het onderzoek. Dat onderzoek moet zo grondig mogelijk, zodat nabestaanden niet met vragen achterblijven."
Michael vervolgt: "Nabestaanden zoeken soms al snel het plaats delict op. Dan moeten we hen wegsturen om alle sporen intact te houden."
"Ik kan er een dag later nog steeds mee zitten."
Het lukt Michael lang niet altijd om de gedachten aan zo'n ongeluk los te laten als hij er vertrekt. "Het hoort bij ons werk, zoals een chirurg ook sterfgevallen meemaakt tijdens een operatie. Maar ik kan er een dag later nog steeds mee zitten."
Wat dan helpt volgens de agent, is praten. "Wij praten als collega's onder elkaar over de dingen die we zien, Of we zoeken een leidinggevende op, om erover te praten. Als je echt langer met iets blijft zitten, kun je als agent ook terecht bij het team collegiale ondersteuning."
Bij dat team heeft Michael zelf ook gewerkt. "Je kunt praten over de dingen die je hebt gezien en meegemaakt. Som word je ook doorgestuurd naar maatschappelijk werk."
"Iedereen verwerkt dingen op een andere manier."
De onderlinge steun die de agenten aan elkaar hebben, doet volgens Michael vaak al goed. "Iedereen verwerkt dingen op een andere manier. Als je er even niet lekker inzit door een heftig ongeluk, willen collega's altijd iets van je overnemen. Dat helpt en zo kun je alles een plekje geven."