EK judo: goud Jur Spijkers, ook plak voor Roy Meyer en Guusje Steenhuis
Spijkers kreeg zijn tegenstander al vrij snel met een armzwaai op de grond en zette aan de rand van de tatami door. De Duitser lag kansloos op zijn rug. "Ik heb al mijn partijen op ippon gewonnen en dat is wel een fijn gevoel", zei de 25-jarige Tilburger na zijn zegetocht in de Bulgaarse hoofdstad Sofia.
Spijkers was als vierde geplaatst, dus hij rekende zich vooraf tot de favorieten. "Je kunt dus niet zeggen dat ik een verrassende winnaar ben. Ik werk er hard voor en het gaat erom dat alles een keer op zijn plaats valt. Dat was hier het geval", aldus de judoka, die zich thuis voelt bij de zwaargewichten. "Daar hoef ik geen moeite voor te doen, want ik weeg al vanaf mijn zestiende meer dan 100 kilo. Ik word alleen maar zwaarder. Maar er is een ideaal gewicht waar ik me goed bij voel en daar pas ik wel mijn voeding op aan."
Spijkers trof in de halve finale zijn sterkste tegenstander in de Georgiër Goeram Toesjisjvili. "Hij was in 2018 wereldkampioen en op de Olympische Spelen van Tokio won hij zilver, maar het werd een kort gevecht. Het was lastig, want één verkeerde beweging en het kan afgelopen zijn, maar het viel gelukkig mijn kant op ", zei hij over bhet gevecht, dat iets meer dan 2 minuten duurde en waarin hij zijn tegenstander onverwacht vloerde.
Brons Meyer
Roy Meyer (30) had kort daarvoor een bronzen medaille gewonnen in dezelfde klasse. De Bredanaar versloeg de Hongaar Richard Sipocz en verdiende daarmee zijn tweede bronzen EK-medaille.
Weer zilver Steenhuis
Guusje Steenhuis uit Grave pakte voor de vijfde keer EK-zilver veroverd in de klasse tot 78 kg. De nummer vier van de wereld verloor in de finale met warazi van de Duitse Alima Böhm.
De 29-jarige Steenhuis won al zes keer goud op een grandslamtoernooi, maar stond bij titeltoernooien nooit op het hoogste treetje. Wel had ze al een zilveren en een bronzen EK-plak.
In Sofia had ze in haar halve finale tegen Patricia Sampaio haar linkerpols geblesseerd. In de finale tegen de pas 23-jarige Böhm kon ze eigenlijk maar met één hand judoën. Ze maakte de vier minuten wel vol, maar meer zat er niet in.