Bevers doodschieten: jagers mogen dat tegenwoordig, maar zeker niet zomaar
Oud-boswachter Jacq van der Neut ging de allereerste Biesbosch-bevers in 1988 zelf ophalen in Oost-Duitsland. Dat ze ooit, onder strenge voorwaarden weliswaar, bejaagd zouden mogen worden, had hij nooit gedacht. Maar: “De schoen gaat hier en daar blijkbaar toch wat knellen, 34 jaar na de introductie van de bevers."
Het zag er toen niet naar uit dat er ooit zoveel zouden zijn. Het beverproject had een zeer moeilijke aanloop, vertelt de voormalig boswachter. “Heel wat beesten gingen dood door zware metalen in het water. Nu gaat het qua populatie volstrekt de andere kant op. Je zou kunnen zeggen dat de herintroductie van de bever enorm is geslaagd.”
"Een ontheffing voor het doden wordt niet lichtzinnig verleend.”
“Het uitgangspunt is en blijft dat het een beschermde diersoort is”, laat de provincie weten. “We gaan buitengewoon voorzichtig om met het verlenen van een vergunning om een bever te bejagen, te verplaatsen en of te doden. Een ontheffing voor het doden wordt niet lichtzinnig verleend.”
Maar uit de officiële stukken van de provincie blijkt dat de bever zich niet alleen als een verrijking van de Brabantse natuur, maar ook als een veroorzaker van flinke, soms gevaarlijke schade te hebben ontwikkeld. En dat kan een argument zijn om ze te verplaatsen of te doden. “Naast schade aan eigendommen en gewassen kunnen gevaarlijke situaties ontstaan, bijvoorbeeld wanneer bevers holen graven in waterkeringen of bouwwerken."
"We hebben die dag heel wat Oranjebitter gedronken.”
Dat was in 1988 allemaal niet aan de orde, toen de toenmalige minister van landbouw Gerrit Braks de eerste bevers losliet: “Het jaar daarop, in 1989, was de kermis nog groter, de tweede zending bevers werd losgelaten door prins Bernhard. We hebben die dag veel Oranjebitter gedronken."
Tussen 1988 en 1991 zijn er 42 bevers losgelaten in de Biesbosch. En ze deden het goed. Of zoals de provincie omschrijft: het werd een ‘levensvatbare en stabiele populatie bevers in Brabant’.
In 2020 werd het aantal bevers in de Biesbosch geschat op drie- tot vierhonderd. “Hun leefgebied wordt groter en groter”, meldde toen boswachter Thomas van der Es. “De bever komt nu voor in stroomgebieden van rivieren en beken en ook in wateren in het agrarisch en stedelijk gebied”, vult de provincie aan.
"Als je ergens water gaat aanleggen komen er ook bevers.”
Van der Neut: “Het is wel jammer. Dat bijna overal het woord ‘schade’ wordt bijgehaald. Of termen als bevermanagement. Realiseer je dat we na de hoogwaterperioden van 1993 en 1995 en daaropvolgende ‘ruimte voor de rivier’-projecten, ideale leefgebieden hebben gecreëerd voor het dier. Als je ergens water gaat aanleggen, komen er ook bevers.”
Samenvattend: onder zeer uitzonderlijke omstandigheden kan de provincie een vergunning verlenen voor het doden van bevers, maar dan moet er wel echt iets aan de hand zijn. Bijvoorbeeld een dijk die door toedoen van bevers op instorten staat. Onder dezelfde zeer strenge voorwaarden mogen de beesten ook verjaagd worden.