Stolpersteine herinneren aan vermoorde Joden, zoals de ouders van Marian
Twee van die messing plaatjes kwamen er, in 2018, na een verzoek uit Amerika van een nu bijna 84-jarige vrouw. Deze Marian Nachman-Neuhaus mocht zelf een steentje bijdragen aan de ceremonie ter nagedachtenis aan haar gedeporteerde en vermoorde ouders. “Voor mij is een zoektocht afgerond, hier heb ik mijn hele leven op gehoopt”, liet ze zich ontvallen.
Het is slechts één van de vele verhalen die Ton de Klein van de Stichting Struikelstenen ’s-Hertogenbosch kan oplepelen. Hij brengt juist de in Den Bosch geboren Marianne naar voren, omdat ze spontaan een mail had gestuurd, vanuit Amerika waar ze na de oorlog is gaan wonen. Ze was al geruime tijd op zoek naar meer informatie over haar ouders. Bovendien was haar verzoek de directe aanleiding voor Ton (71) en ander vrijwilligers om de stichting op te richten. “We willen alle Joden van wie hun laatste adres in vrijheid in onze stad lag, eren. En duidelijk maken dat er nog steeds reden is om bij hun leven stil te staan en dat we hen niet mogen vergeten.”
Boek met alle verhalen
De stichting hoopt het project in 2024 af te ronden. Dan zouden er in heel Den Bosch ongeveer 250 Stolpersteine moeten liggen. Tegelijk is het de bedoeling om dan, bij gelegenheid van de viering van de 80-jarige bevrijding van de stad, een boek uit te brengen. Het boek zal alle verhalen bevatten die achter de struikelstenen schuil gaan.
Zoals over de ouders van Marianne, Arthur Neuhaus en Martha Neuhaus-Davids, die in maart 1943 werden vergast in Sobibor. Arthur, zoon van een koopman, woonde al enige tijd in Den Bosch voordat een maand na hun huwelijk Martha bij hem kwam wonen. Op mei 1938 werd Marianne Minna geboren. Het gezin maakte het letterlijk en figuurlijk goed. Totdat de situatie te bedreigend werd door de anti-Joodse maatregelen van de bezetter.
'Joods kind op school'
Marianne werd door haar ouders meegegeven aan een relatie, textielhandelaar Gerrit Bruning in Geldrop. Hij had twaalf kinderen, een meer of minder viel niet op. Toch werd het ook Marianne te heet onder de voeten, er werd namelijk gefluisterd dat er een joods kind op school zat. Het meisje werd vervolgens ondergebracht bij een echtpaar in het Noord-Limburgse Horst, dat hiervoor in 1982 een Yad Vashemonderscheiding zou krijgen. Ze hebben zelfs nog geprobeerd haar te adopteren.
Eeuwig dankbaar
Pas veertien jaar later kwam de geboren Bossche, die zich vanaf 1950 Marian noemt, er echt achter wie haar ouders waren. Tijdens haar tweede bezoek aan ons land sinds ze in 1945 door een oom naar Amerika was gebracht, ontmoette ze verschillende mensen die haar vader en moeder hebben gekend. Toen begreep ze ook hoe zwaar het voor hen moet zijn geweest om haar weg te geven.
Met de Stolpersteine voor de deur van haar ouderlijk huis aan de Ophoviuslaan in Den Bosch blijft de herinnering aan hen intact. Marian zal de Stichting Struikelstenen ’s-Hertogenbosch er eeuwig dankbaar voor zijn.