Deze vriendelijke vlinder is een kannibaal, weet boswachter Frans Kapteijns
Welke vlinder zit op deze uitgebloeide paardenbloem?
Jan van Waaijenburg stuurde mij een foto van een vlinder op het pluis van een paardenbloem. Jan vroeg zich af welke vlinder dit is. Als ik die vlinder in het voorjaar zelf zie, word ik helemaal blij. Dus word ik dit ook bij het zien van de foto van Jan. We hebben hier namelijk te maken met het mannetje van de vlinder met de naam oranjetipje. De naam is heel eenvoudig te verklaren, want het mannetje van deze vlindersoort heeft op beide voorvleugels een oranje vlek zitten. De vrouwtjes hebben dit niet. Die lijken dan ook heel veel op de resedawitjes. Daarnaast drinken de vrouwtjes veel nectar, terwijl de mannetjes vaak beschermend rondvliegen. Na de paring leggen de vrouwtjes op een enkele steel van bijvoorbeeld pinksterbloemen - die zijn bij oranjetipjes favoriet - een eitje. Die eitjes scheiden een stof af die er voor zorgt dat andere vrouwtjes daar geen eitjes gaan leggen. Ondanks dat oranjetipjes er heel vriendelijk uitzien, zijn het toch kannibalen. Rupsen die een later gelegd eitje ontdekken van een oranjetipje, vreten dit meteen op.
Bijzondere ooievaar gezien in Lennisheuvel
Joep Smulders stuurde mij een foto van een grote zwarte vogel met mooie rode poten. Zelf dacht hij aan een ooievaar. Dat klopt, het is de wat zeldzamere zwarte ooievaar. Hij zag die in de buurt Lennisheuvel. Ook dit kan kloppen, want de zwarte ooievaar wordt met enige regelmaat gezien in de buurt van natuurgebied Kampina. Zelf heb ik die vogel ook al verschillende keren op de Kampina waargenomen. Feitelijk zijn deze zwarte ooievaren, die wij in ons land zien, vogels die ons land tussen mei en augustus als doortrekkers bezoeken. Maar het kunnen ook niet geslachtsrijpe zwarte ooievaren zijn die in Nederland rondzwerven. Broeden doen deze dieren hier tegenwoordig niet, maar voor de negentiende eeuw waren hier wel broedparen te vinden.
Mooi vlindertje, maar je moet wel flink inzoomen
Tommie Rijkers stuurde mij een foto met daarop een roodgekleurde vlinder, maar hij schreef erbij dat ik wel moest inzoomen wilde ik de vlinder goed kunnen zien. Dat was het geval, maar daarna kreeg ik dan ook een heel mooie vlinder te zien, namelijk de sint-jacobsvlinder. Deze dagactieve nachtvlinder ziet er werkelijk prachtig uit. Het vele rood valt inderdaad goed. De rest is zwart met ook zwarte voorvleugels die langs de achterrand versierd zijn met twee rode stippen. Mooi is dat je sint-jacobsvlinders tegenkomt op de zandgronden, dus zeker in Brabant.
De rups van deze vlinder wordt zebrarups genoemd. Deze rupsen leven vooral op jakobskruiskruid. Als ze eenmaal op een plant zitten, vreten deze zebrarupsen deze hele plant kaal. Dan zie je na een tijdje enkel de stengel nog staan. Het mooie voor deze rups is dat de plant giftig is, dus worden de rupsen ook giftig. Hun felle kleuren geven dit aan en dus blijven vogels van deze rupsen af.
Welke kleur heeft de echte wilde hyacint?
Arno Lucas was naar het prachtige natuurgebied Hallerbos bij Brussel gegaan om de wilde boshyacinten te fotograferen. Ik snap dat heel goed. Ik ben daar ook al vaker geweest en het is wonderlijk prachtig daar in het voorjaar. Hij ontdekte daar niet alleen de donkerblauw gekleurde (de echte!) boshyacint, maar ook witte en zelfs roze. Die laatste kleur trof hij ook aan in Rosmalen. Hier wilde hij meer van weten.
De wilde hyacint (hyacinthoides non-scripta), ook wel boshyacint genoemd, heeft donkerblauwgekleurde klokvormige bloemen en korte bloemstelen. In sommige bossen kunnen er hele blauwe tapijten van deze prachtige plant ontstaan. Omdat er zoveel staan, kan er albinisme ontstaan.. Dan krijg je compleet witte bloemen. Naast deze boshyacint bestaat ook de Spaanse hyacint (hyacinthoides hispanica) en die is roze van kleur. Boshyacinten komen in principe niet in het wild voor in Nederland, maar is hier als stinzenplant ingevoerd. Oorspronkelijk kwamen boshyacinten voor in het noorden van Spanje, op de Britse Eilanden en in West-Frankrijk en West-België.
Familie van de zwarte weduwe spin ook in Nederland te vinden
Antje de Bruyn stuurde mij een foto van een spin. Ze had inmiddels de naam van de spin gevonden en kwam erachter dat deze spin familie is van de zwarte weduwe. Dit klopt, want deze spin heet grote steatoda. Laat dat grote overigens maar meteen weg, want de spin is niet groter dan een centimeter. Wel is de spin giftig, maar niet zo giftig als de zwarte weduwe. Dat de spin oorspronkelijk niet uit onze contreien komt, is duidelijk. Maar wanneer ze Europa binnenkwamen, is onduidelijk. In het algemeen zie je ze niet, want ze komen nauwelijks bij de mensen voor. Daarnaast blijven ze in principe bij hun webben. In de winter gaan ze natuurlijk wel op zoek naar schuilplaatsen. In het geval van Antje bij de kuipplanten. Op zich zijn dit prima dieren, die veel voor de mens lastige dieren wegvangen. Daarnaast is de grote steatoda niet agressief van aard. Deze spin zal dus nooit actief een mens aanvallen. Kom je deze spin tegen, dan kun je deze het best voorzichtig buiten zetten.
De geelgors zingt over de Neterselse Heide
De geelgors, die Jozef van der Heijden het Beethovenvogeltje noemt, is een vogel die voorkomt op dun beboste heide, bij bosranden en in agrarisch gebied met heggen, houtwallen en grazige wegbermen. Geelgorzen worden vrijwel uitsluitend aangetroffen in het zuiden en oosten van het land. Het mannetje van de geelgors is duidelijk te herkennen aan grotendeels gele kop. Het vrouwtje en de jonge vogels zijn minder duidelijk te herkennen, maar het vrouwtje heeft vaak nog veel lichtgeel in het verenpak. In alle kleden valt de roodbruine stuit op en de witte buitenste staartpennen.
Beginnend wespennestje
Bep Klijsen.stuurde mij een foto van een bolvormig nestje met binnenin zeshoekige gaatjes. Bep heeft een beginnend nest van de gewone wesp of de Duitse wesp gezien. Deze beide wespen soorten behoren tot de familie van de papierwespen. Dit kun je goed zien aan het nestje op de foto. Papierwespen schrapen namelijk houtvezels van onbewerkt hout af. Deze houtvezels kauwen ze heel erg fijn en vervolgens brengen ze dit papje in dunne laagjes aan. Als je naar zo’n nest kijkt, lijkt dit van papier te zijn gemaakt.
Draaihalzen drukken zich bij gevaar en draaien hun halzen in vreemde kronkel
Dit keer geen vraag van Ton van Dongen, maar hij wil graag melden dat hij in Gilze ook een draaihals gespot heeft. De vorige melding kwam uit Oss en intussen hoor ik van meer mensen dat ze de draaihals gezien hebben. Voorheen kwamen er vooral meldingen vanuit de Veluwe, maar nu ook steeds meer uit Brabant. Mooi, dat deze spechtensoort zich steeds meer gaat vestigen in Nederland. Het aantal broedparen is opgelopen van 65 naar 110 tot 140, geteld in 2010. Mocht je op zoek gaan naar draaihalzen, kijk dan niet op de bomen maar op de grond. Mieren vormen namelijk het hoofdmenu van draaihalzen. Overigens vallen draaihalzen met hun zestien centimeter niet zo goed op, want ze lijken een beetje op een stukje boomschors. Bij gevaar drukken ze zich plat op de grond of vluchten ze in een boom en drukken ze zich daar plat. Wat dan wel leuk is om te zien, is dat ze hun flexibele hals in heel vreemde kronkels draaien.
Natuurtip
Zondag 15 mei vindt van tien uur 's ochtends tot twaalf uur 's middags een wandeling plaats door het Hengstven, aan de zuidrand van de Loonse en Drunense Duinen. Het Hengstven is een van de laatste aanwinsten van Natuurmonumenten in dit gebied. Hier is jaren gewerkt aan natuurherstel.
Voor dit tweehonderd hectare grote gebied is in 2004 een ecologisch herstelplan opgesteld met als doel het herstellen van de oorspronkelijk aanwezige natuurwaarden. De realisatie van een ven draagt onder meer bij aan het herstel. Zoals ook het verschralen van omringende graslanden met behulp van klaver- en kali-bemesting bijdragen aan het herstel. Hier zie je zandduinen en water dicht bij elkaar. De excursieleider zal deelnemers onderweg laten zien wat de droogte voor schade heeft aangericht aan de natuur.
Meer informatie:
• Aanmelden is verplicht en kan hier.
• Vertrekplek is parkeerplaats De Guldenberg in Helvoirt.
• Trek stevige wandelschoenen aan.
• Draag kleding die past bij het weer.
• Controleer jezelf achteraf altijd op teken.
• Deze excursie is gericht op volwassenen. Oudere kinderen zijn onder begeleiding van een volwassene welkom.