Dynamo Kiev voetbalt mee in Goirle: 'Als ze alleen zijn, worden ze stil'
Na de eerste pot, tussen de ploeg uit Oekraïne en het Goirlese VOAB, komt een stralende Peter de Keizer langs het veld gelopen. Hij is druk in de weer met coolpacks regelen, dingen schallen door de portofoon, ballen ontwijken en telefoontjes aannemen. Maar hij glundert vooral van trots.
Hij is een van de organisatoren van het toernooi. De Joris Mathijsen Cup is sinds een aantal jaar zijn paradepaardje. De Keizer is er normaal al heel trots op, maar door het Oekraïense gezelschap van deze editie is hij dat nog iets meer.
"Ik had al eens contact gehad met de jeugdtrainer van Zaglebie Sosnowiec, dat is de Poolse club waar we jaarlijks mee samen spelen. Ik was benieuwd hoe het met hen ging, nu met de oorlog in buurland Oekraïne. Toen bleek dat zij net een aantal jeugdspelers van Dynamo Kiev aan een vluchtadres hadden geholpen, bij hen op het complex."
Aangezien het jeugdelftal op dat moment toch al bij de Poolse club in huis zat, besloot De Keizer de Oekraïners ook uit te nodigen voor zijn toernooi. Ze zijn als enige wat ouder dan de rest, omdat Dynamo Kiev geen team onder de 11 heeft. Maar voor hen gelden nogal wat verzachtende omstandigheden. De Keizer is er zelfs nog even voor naar Polen gereden, om samen met zijn zoon spullen af te geven en te zien hoe ze er zijn ondergebracht.
"Ik wil ze gewoon even de dag van hun leven bezorgen."
"Als je daar dan het busje opengooit en hun koppies weer even kind ziet worden... Ja, dan krijg ik kippenvel. Dat zie je nu ook als ze voetballen, trouwens. Dan hebben ze plezier. Ik denk dat ik daarom ook zo graag wilde dat ze mee zouden doen. Ik wil ze gewoon even de dag van hun leven bezorgen. Je mag bij zo'n toernooi eigenlijk geen voorkeur hebben, maar ik hoop wel voor ze dat ze straks in de finale staan", vertelt De Keizer.
"'Yak dity?', vraagt ze. 'Hoe gaat het met de kinderen?'"
We mogen trainer Serhii Bondar van Dynamo Kiev een paar vragen stellen, maar dat moet wel snel. Het liefst lopend, tussen de wedstrijden door. "Yak dity?", vraagt tolk Julia de Regter-Leshchenko, terwijl ze op haar sleehakken het tempo van de coach probeert bij te benen. "Hoe gaat het met de kinderen?"
Op haar vraag komt het antwoord dat vooraf eigenlijk al in te vullen is. De kinderen zijn blij hier te zijn, maar ze vinden de situatie in Oekraïne verschrikkelijk. Ze missen hun thuis en missen hun vaders, die vanwege mobilisatie in Oekraïne moesten blijven. Alleen als je meer dan drie kinderen hebt, dan mag je vluchten. Daarom mocht coach Serhii wel mee.
"Als ze alleen zijn, dan worden ze stilletjes", gaat de trainer verder. "Maar als ze voetballen, hebben ze afleiding. Dan kunnen ze hun frustratie kwijt. Dus laten we hopen dat we er wat moois uit kunnen halen en dat hier sterren worden geboren."