Een van hen was Rob Ermens uit Helmond. Hij moest in 1995 toezien hoe de moslimsenclave in Srebrenica werd overgenomen door de Serviërs. Die zou laten meer dan 8000 Bosnische moslimmannen vermoorden. Eenmaal terug in Nederland, werd er met beschuldigende vinger naar de Dutchbatters gewezen.

Dat daar nu alsnog excuses voor komen, is volgens Rob hard nodig. "Het gevoel ga je nooit kwijtraken, maar na vandaag verandert er wel iets. We hebben erkenning gekregen. Daar ben ik beretrots op."

Tijdens de val van de enclave werd Rob overgebracht naar Zagreb, terwijl een deel van zijn collega's in het epicentrum van de ellende moest blijven. "Dat maakte het voor ons ook niet makkelijker. Mijn mannen zaten daar nog en wij konden niets doen", vertelt hij met gebroken stem. "Dat raakt me nog steeds. Ook na al die jaren."

Het geeft aan waarom de woorden van de premier en Minister Ollengren van Defensie voelen als een opluchting. "We hebben vandaag warme woorden gehoord. Die hebben me goed gedaan. Ik hoop dat de cirkel nu rond is en dat ik het af kan sluiten. Maar dat zal de tijd moeten leren."