Zorgen bij de boeren van de toekomst: 'Maar wij blijven altijd nodig'
Voor Bram Romme, derdejaars student veehouderij, stond een toekomst op de boerderij allang vast. "Het is voor mij het mooiste wat er bestaat. Werken met levende dieren en tegelijkertijd zorgen dat iedereen in Nederland eten heeft. Het is gewoon mijn hobby geworden. Daarnaast zit het boerenleven al zo'n vierhonderd jaar in onze familie. Die traditie wil ik in stand houden."
Toch is het maar de vraag hoeveel jaar Bram daar daadwerkelijk aan toe kan voegen, nu het kabinet een hoop boeren wil uitkopen om de stikstofuitstoot te verminderen. Maar bang voor de toekomst? "Nee, dat ben ik niet. Boeren zullen altijd hard nodig blijven. We moeten nou eenmaal blijven eten."
"Geef ons een kans."
Wel geeft Bram toe dat de plannen hard binnenkwamen. "Iedere boer ging van het ergste uit. Nou, dat is uitgekomen. En toch komt het als een teleurstelling."
Over dat stikstofbeleid heeft de jonge boer trouwens wel een mening. "Onhaalbaar, onrealistisch en onwerkelijk. In plaats van het uitkopen van boeren, zouden ze zich in Den Haag meer moeten richten op innovaties. Wij kunnen er als nieuwe generatie zorgen voor andere oplossingen om die uitstoot terug te dringen. Geef ons een kans."
Met dat laatste is zijn studiegenoot Ido de Jong het volledig eens, al maakt hij zich iets meer zorgen over de toekomst van de boer. "Ik heb ontzettend veel zin om vooruit te gaan met het bedrijf van mijn ouders. Die manier van leven is zo mooi, dat kan ik niet omschrijven. Als mensen mij thuis bezig zien, zijn ze altijd onder de indruk van hoe gepassioneerd ik bezig ben. Maar het is nu wel allemaal wat onzeker geworden."
"Studenten praten er aan de keukentafel over en hebben veel vragen."
Ook vanuit de opleiding zelf vragen ze zich af wat de plannen op de lange termijn gaan betekenen én of jongeren überhaupt nog voor een toekomst op de boerderij durven te kiezen.
"We zien nu nog geen daling in het aanmeldingen", vertelt docent Kees van Vuuren. "Maar nadat die brief van de minister verscheen, hebben we wel meteen een inloopmoment voor studenten georganiseerd. Zij praten er aan de keukentafel over en hebben veel vragen. Wat betekent dit voor ons? Kan het bedrijf thuis blijven bestaan?"
Het werd een emotionele bijeenkomst. "Mijn opdracht als docent is om iedereen perspectief te blijven bieden. Vaak lukt dat, maar ik moet eerlijk zeggen dat het nu wel lastig was." Al ziet Van Vuuren wel een lichtpuntje. "Wij leiden niet alleen boeren op, maar ook adviseurs die nadenken over oplossingen voor de enorme opgave waar we voor staan. Er is absoluut toekomst voor onze studenten."