Poepende ganzen vervuilen zwemwater en zijn een plaag in Breda
"Ik kom al meer dan dertig jaar op de Galderse Meren, maar dit heb ik nog niet meegemaakt", zegt zonaanbidster Annabelle, terwijl ze op de groep ganzen wijst. "Ze lopen gewoon tussen ons door en poepen daarbij het hele strand onder. Ik vind het helemaal niks."
Naast de Asterdplas in de Haagse Beemden en stadspark Valkenberg is nu ook recreatieplas de Galderse Meren nadrukkelijk aan de beurt. Een groep van zo'n honderdvijftig tot tweehonderd ganzen wint er stapje voor stapje terrein. "De ganzen overnachten op het water en hebben als ontbijt het verse gras van de ligweide ernaast", vertelt Anton Lips, manager openbare ruimte van de gemeente Breda. "En dat bevalt ze wel."
"We hebben nog geen zwemverbod in hoeven te stellen, maar ik sluit het niet uit."
Hoewel de gemeente er alles aan doet, moet Lips erkennen dat Breda de ganzenplaag niet meer in de hand heeft. "Het zijn er al meer dan duizend en het worden er steeds meer. Ganzen leggen vier tot vijf eieren per jaar, dus reken maar uit. We moeten hier echt iets mee!"
De overlast is nu nog handelbaar, maar het kritieke punt nadert. "In de stad, bijvoorbeeld bij de meubelboulevard, zorgen de ganzen voor onveiligheid in het verkeer doordat ze plotseling de weg oversteken", zo zegt Lips. "En bij de boeren is veel schade aan de weilanden."
Grotere zorg is er misschien nog wel bij de zwemplassen Asterd en Galderse Meren, want daar komt zelfs de volksgezondheid in het geding. De uitwerpselen van de ganzen tasten de kwaliteit van het zwemwater aan. Een te hoge concentratie van de E-colibacterie, ook wel poepbacterie genoemd, kan mensen ziek maken.
"We zien die waardes fluctueren", zegt Anton Lips hierover. "We houden dit goed in de gaten en we hebben nog geen zwemverbod in hoeven te stellen, maar ik sluit het niet uit. In 2016 hebben we dit bij de Asterdplas al eens gedaan."
"Daarbij is de ganzenpoep op de ligweide natuurlijk ook vervelend voor de recreanten", vervolgt de man die verantwoordelijk is voor het groenbeheer. "Het is niet zo fris als je daar op een kleedje in het gras zit."
"Ganzen afvangen mag niet van de provincie en stuit op maatschappelijke weerstand."
De makkelijkste manier om de ganzenplaag aan te pakken, is om de vogels af te vangen. Ze worden dan vroegtijdig vergast. "Maar dat mag niet van de provincie en de wet op natuurbescherming", legt Lips uit. "Afvangen stuit ook op maatschappelijk weerstand. Dat heeft natuurlijk alles te maken met diervriendelijkheid."
In de bestrijding zijn gemeentes dus met handen en voeten gebonden en zoeken daarom alternatieven. "We proberen echt van alles", verzucht Lips. "We hebben bijvoorbeeld een laserpen ingezet om ze weg te jagen en bij de Asterdplas hebben we nep-roofvogels aan palen gehangen om de ganzen af te schrikken. Maar het werkt eigenlijk niet optimaal."
Inmiddels heeft Brabant wel toestemming gegeven voor een andere, meer directe aanpak. De ganzeneieren worden in het voorjaar in maisolie gedompeld waardoor ze niet uitkomen.
"Maar dit werkt ook nog niet optimaal, want je vindt nooit alle eieren. En je moet er ook nog eens bij kunnen. De eieren van de ganzen in het Valkenbergpark liggen bijvoorbeeld op het terrein van de KMA. Dus dan moet je daar weer aankloppen. Het is niet makkelijk.", legt Anton Lips uit.
Ondertussen kijken op de Galderse Meren twee jonge vrouwen elkaar nog eens angstig aan als de ganzen zo ongeveer over hun badhanddoek waggelen. "Ik vind het maar eng", zegt de een. "Ik durf ze ook niet weg te jagen", zo zegt de ander. "Want ganzen kunnen best agressief zijn."