Mathieu Kessels maakte muziekinstrumenten bereikbaar voor de massa
Joop van de Meulenreek weet ieder schroefje in het Kessels Museum te zitten. Samen met veertig vrijwilligers richtte hij het museum aan de Stationsstraat in. Voor Joop is Mathieu Kessels zijn grote held: “Doordat Kessels goedkoop instrumenten ging maken, kon de gewone werkman muziek leren spelen. Hij bracht de muziek naar het gewone volk, het elitaire ging eraf.”
“Dat dit hier in Tilburg is gebeurd, daar zijn we ontzettend trots op.”
Volgens Joop was Kessels eigenlijk de Henry Ford van de muziekinstrumenten: “We zijn er trots op dat hier in feite een lopende band is ontstaan zoals Henry Ford gebruikte bij het maken van auto’s. Je had hier een reeks van ambachtsmensen die samen verantwoordelijk waren voor één instrument. Dat is hier in Tilburg gebeurd, op de plek waar nu het Spoorpark is. En daar zijn wij ontzettend trots op.”
Eigenlijk is Joop Mathieu Kessels’ opvolger. Hij is voorzitter van de Brabantse Bond van muziekverenigingen, waar vierhonderd harmonie- en fanfareverenigingen lid van zijn. Die organisatie is opgezet door Kessels: “Hij organiseerde muziekconcoursen en -wedstrijden, maakte lesmethodes, richtte de muziekschool in Tilburg op.”
Uiteraard had Kessels hier met zijn bedrijf voordeel van: hij maakte immers muziekinstrumenten. Toch ziet Joop hem als idealist: “Het was een man met een ontzettend sociaal hart voor de amateurkunst en voor zijn werknemers. En hij was geen harde zakenman. Want hij is in zijn eigen zwaard gevallen.”
“Hij is uit zijn eigen bedrijf ontslagen.”
Eind negentiende eeuw had Kessels succes met zijn fabriek. Maar in 1908 was het over. Een bestelling van 800 piano’s uit Engeland die niet werden betaald, deed hem de das om: “Hij kwam in geldnood, moest lenen bij aandeelhouders en daar is ruzie over ontstaan. Hij is door de president-commissaris uit zijn eigen bedrijf ontslagen. Maar Kessels liet zich niet kennen: aan de overkant van de straat begon hij een nieuwe fabriek.”
Tot voor kort zat het Muziekinstrumentenmuseum in de Goirkestraat. “Daar zaten we weggestopt”, vindt Joop. Nu zit het in de Stationsstraat, midden in de stad. Het is, na het Textielmuseum, De Pont en het Natuurmuseum, het vierde officiële museum in Tilburg.
Wat zou Mathieu Kessels ervan gevonden hebben? “Hij zou gezegd hebben: ‘Moet dat nou, die kop van mij zo prominent? Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.’ Maar hij is het waard. Hij heeft zo veel betekend voor de amateurmuziek en de stad Tilburg.”
Het Kessels Museum aan de Stationsstraat 26 in Tilburg wordt zaterdag geopend. Zondag is het van 11 tot 17 uur voor iedereen gratis te bezoeken.