Ex-coronapatiënt Ko keert terug naar 'zijn' ic om heftige tijd te verwerken
Door de besmetting met COVID-19 belandde ambulancechauffeur Ko (55) eind vorig jaar op de intensive care afdeling van het ziekenhuis in Bergen op Zoom. Hij werd vijf weken in slaap gehouden en moest kunstmatig worden beademd. De opname was voor Ko en zijn gezin erg ingrijpend.
“Vooral voor mijn vrouw en dochter is het heel heftig geweest. Pas toen de slaapmedicatie werd afgebouwd, ging ik zelf voorzichtig dingen waarnemen. Maar je hebt dan nog steeds geen helder beeld. Uit de verhalen achteraf blijkt dat ik hier een heel zwarte bladzijde heb doorgemaakt en dat ik blij mag zijn dat ik er nog ben”, vertelt Ko.
"We zijn altijd positief gebleven, het hield ons op de been."
Dochter Jane (20) geeft haar vader een knuffel wanneer ze merkt dat hij het te kwaad krijgt. “Het was ook heel intens. We kwamen elke dag op bezoek maar we konden niet meer dan doen dan je een kus geven en een washandje over je voorhoofd halen want je lag zo enorm te zweten. We zijn altijd positief gebleven, het hield ons op de been. Zelfs op het moment waarop het mis zou kunnen gaan. Gelukkig is dat niet gebeurd.”
Ko is inmiddels lichamelijk goed hersteld en hij zit weer goed in zijn vel. Daarbij speelde de nazorgpoli van het ziekenhuis een belangrijke rol. Bijzonder onderdeel van het nazorgtraject is de reconstructie. Hierbij mogen patiënten een kijkje nemen in de kamer waarin ze hebben gelegen.
"De confrontatie met de ic roept vaak emoties op."
“Het is bewezen dat het goed is om terug te gaan naar een plek die veel impact heeft gehad. Voor de patiënt en de familie is het belangrijk voor de verwerking. De confrontatie roept vaak emoties op en daarom bereiden we de patiënten goed voor. Het is natuurlijk vrijwillig maar ik schat dat zeker negentig procent het graag wil”, legt ic-verpleegkundige Jessica Huybregts uit.
Haar collega Suzan Havermans leidt ondertussen Ko rond in ‘zijn’ kamer. Ze geeft uitleg over de monitor, het beademingsapparaat en de infuuspompen. “Vaak heeft de familie wel foto’s gemaakt maar om hier echt te zijn is toch anders”, zegt de ic-verpleegkundige. Ko is het daar mee eens: “Nu ik de apparatuur zie en het bed waarin ik heb gelegen, komt het wel weer extra binnen.”
"Ik ben blij met deze mogelijkheid, anders blijft het maar malen in je hoofd.”
Jessica en Suzan krijgen tijdens de reconstructies ook de meest bizarre hallucinaties te horen die corona-patiënten hadden tijdens hun verblijf op de intensive care. “Zo dacht iemand dat we hier allemaal in clownskleding zaten en carnaval aan het vieren waren”, vertelt Suzan.
“Of iemand die uit de gaatjes in de plafondplaten dingen zag kruipen, heel angstaanjagend. In de ogen van de patiënten is het allemaal echt gebeurd. Daarom zijn de bezoekjes aan de ic-kamers belangrijk”, vult Jessica aan.
Ko voelt nog even aan het bed en werpt een laatste blik naar buiten. “Het is goed zo. Ik ben blij dat ik deze mogelijkheid heb gekregen, anders blijft het maar malen in je hoofd.” Dochter Jana pakt haar vader ondertussen bij de hand: “We kunnen het nu beter afsluiten, je wilt het ook niet blijven opkroppen. Het gaat nu weer hartstikke goed. Ik ben onwijs trots op je.”