Dit is wat boeren al hebben gedaan om stikstof te verminderen
Het is niet de eerste keer dat aan met name veehouders gevraagd wordt milieuvriendelijker te werken. Boerenorganisaties schermen met het feit dat stikstofuitstoot in de landbouw de afgelopen 30 jaar al met 66 procent is verminderd. Dat klopt, maar de afgelopen 15 jaar staat die reductie bijna stil. Oorzaak is dat de eerste stikstof beperkende maatregelen eenvoudig te nemen zijn, daarna wordt het lastiger.
Vergelijk het met je energierekening naar beneden brengen. Dat kan simpel door korter douchen, de thermostaat twee graden naar beneden en alle lampen vervangen door ledverlichting. Als je dit gedaan hebt, wordt het ingewikkelder en pijnlijker om nog meer te bezuinigen.
Dit hebben boeren gedaan om de stikstofuitstoot aan te pakken:
Grootte van de veestapel
Met een kleinere veestapel is er minder stikstofuitstoot. Melkkoeien produceren de meeste stikstof. De omvang van de Nederlandse veestapel heeft een vrij grillig verloop. Dit komt door regelgeving, denk aan het invoeren van het melkquotum 1984 en fosfaatregels 2018, waardoor groei beperkt wordt. Veehouders moesten hierdoor krimpen of stoppen. Soms werd een regel weer afgeschaft, melkquotum 2015, en vee gekocht.
Daarnaast spelen ook ziekten een rol in plotselinge dalingen, denk aan de varkenspest in 1997 en Q-koorts door geiten in 2007. Miljoenen dieren zijn hierdoor geruimd.
Inventief met mest
Mest is voor veel boeren een hoofdpijndossier. Omdat dit de grootste boosdoener is van stikstof in de natuur zijn er talloze maatregelen bedacht om de hoeveelheid te beperken of slim te gebruiken. Zo wordt mest lang niet overal uitgestrooid, maar geïnjecteerd in de grond. Met injecteren verdwijnt minder ammoniak in de lucht of oppervlakte water.
Nog een foefje om de impact van mest te verkleinen, is om het te verdunnen met water zodat de ammoniakuitstoot op klei- en veengronden kleiner is. Ondertussen kwamen er regels waardoor pluimveehouders, varkensboeren en melkveehouders moesten krimpen of in elk geval niet uitbreiden. Want minder dieren, betekent minder mest.
En er moet een flinke administratie worden bijgehouden. Hoeveel mest wordt er geproduceerd, hoeveel wordt er gebruikt en hoeveel is er over. Mestoverschotten moeten verwerkt worden wat natuurlijk geld kost. Mest mag ook niet zomaar opgeslagen worden maar moet afgedekt worden om verspreiding door de lucht tegen te gaan.
Verplicht gras laten groeien
Sinds eind 2019 worden boeren soms gedwongen om 'vanggewas' te telen. Vanggewassen zijn bedoeld om het teveel aan mest in de grond op te nemen. Maïs is een plant die veel mest nodig heeft om te groeien. De kans dat er na de oogst nog veel mest in de bodem zit is groot en daarom worden boeren soms verplicht om na de maïsoogst vanggewassen te zaaien en oogsten. Zulke vanggewassen zijn bijvoorbeeld gras, wintertarwe of bladkool.
Aangepast veevoer
Koeien zijn de grootste stikstofproducenten. Zodra hun plas en mest samenkomt ontstaat ammoniak en dit is een vorm van stikstof. Sinds 2020 zijn boeren verplicht om minder krachtvoer met eiwitten aan hun koeien te voeren. Daardoor produceren die koeien minder ammoniak en dus stikstof.
Moderne stallen
Nu hebben veel veeboeren al geïnvesteerd in luchtwassers en vloeren die urine en mest kunnen scheiden, maar dat is niet genoeg. Die luchtwassers kwamen overigens onlangs in het nieuws omdat uit onderzoek bleek dat 90 procent ervan niet goed werkt.
Onze provincie heeft nu een zak geld losgepeuterd om stallen versneld nog schoner en slimmer te maken. De nieuwste technieken beloven een stikstofafname van 70 procent. In 2024 wil onze provincie dat boeren stallen al moderniseren met behulp van extra geld uit Den Haag.
Het is zoeken naar de boer met vertrouwen in techniek en overheid, zodat er in de toekomst niet langer naar hem wordt gekeken bij een stikstofprobleem.
Corné Nouws bouwde in 2019 een uitstoot arme stal om voorbereid te zijn op de toekomst, maar of dat genoeg is?