Zo voorkom je een jetlag na de vakantie: 'Rijd niet de hele nacht door'
Een chronocoach. Dat is de naam die Schoutens aan zijn werk heeft gekoppeld. Wat dat precies inhoudt? "Ik begeleid en adviseer over alles wat met tijd, prestaties en ons slaapwaakritme te maken heeft." Zo wordt de geboren Vughtenaar bijvoorbeeld ingeschakeld door sporters die in verre landen moeten presteren. "De afgelopen maanden heb ik atleten van de Atletiekunie begeleid in aanloop naar het WK in het Amerikaanse Eugene. En nu ben ik bezig met het WK wielrennen in Australië."
Dat begeleiden gebeurt op allerlei manieren. "Een bekend voorbeeld is het met een speciale lichtbril toedienen van blauw licht op bepaalde momenten van de dag." Zo laat je de hersenen alvast wennen aan die andere tijdzone. "Het is niet zozeer dat je je hoofd voor de gek houdt, want we verstoren niets. We proberen het ritme alleen langzaam te verschuiven."
En dat is precies wat we ook aan het eind van onze vakantie kunnen doen, om beter uitgerust terug thuis te komen. Dit zijn de vijf gouden tips van Schoutens:
1. Ga later naar bed
Het klinkt in eerste instantie misschien wat vreemd, maar wie 's nachts terug naar Nederland wil rijden, doet er goed aan om een paar dagen ervoor later naar bed te gaan. "En sta ook wat later op. Zo verschuif je je ritme langzaam naar achter en raak je gewend aan het wakker zijn in de nacht."
2. 90 minuten slapen
Toch raadt Schoutens af om de hele nacht door te rijden. "Het is heel belangrijk dat je onderweg gaat slapen. En dan het liefst anderhalf uur." Dat is niet uit de lucht gegrepen. "Onze slaap bestaat een aantal cycli, die per stuk ongeveer 90 minuten duren. Na één zo'n volledige cyclus, zien we dat er al herstel optreedt in de hersenen."
Wie denkt: ik plak er nog een half uurtje extra aan vast, heeft het mis. "Dan zit je weer midden in de volgende cyclus. Je slaapt dan weliswaar langer, maar onder de streep is het slechter voor je. Oh trouwens, boven de 50 moet je helemaal niet meer 's nachts willen rijden. Dan is ons ritme veel minder flexibel."
3. Maak je reisgenootjes wakker
Als je na zo'n dutje weer de weg op gaat, is het volgens Schoutens belangrijk om meteen zoveel mogelijk licht te pakken. "Zodat je meteen goed wakker wordt. En maak daarbij ook de bijrijder wakker. Het is bekend dat je veel minder snel slaperig wordt, als je iemand hebt om mee te praten. Doe trouwens ook een raam open of zet de airco aan, want koelte houdt je ook wakker."
4. Pak iedere dag een uurtje
Tot zover de bestemmingen waarbij je zelf terug naar huis kunt rijden. Maar ons systeem raakt vaak nog veel meer ontregeld als we het nog verder van huis zoeken. Denk aan een populaire bestemming als Amerika. Een jetlag volledig voorkomen is dan lastig, maar een soepelere overgang is absoluut mogelijk.
"Ook hier moet je de dagen anders indelen. Voor de Verenigde Staten, waar het vroeger is dan in Nederland, betekent het dat je een paar dagen voor terugkomst eerder naar bed moet." Maar als je zo lang hebt gespaard voor die verre trip, dan duik je toch niet zomaar je nest in? "Het vergt inderdaad wat discipline. Maar sta lekker vroeg op en plan zoveel mogelijk in de ochtend."
5. Schuif je maaltijden mee
Leuk en aardig, maar simpelweg vroeger onder de wol gaan, dat helpt niet. "Je zult ook de tijden waar op je eet aan moeten passen. En let ook op wat je wanneer eet. Neem vooral 's ochtends koolhydraten, bijvoorbeeld. Je lichaam kan die laat op de dag niet meer afbreken en dan wordt het omgezet in vet." De welbekende vakantiekilo's dus. "En die willen we meestal niet."