Gerechtelijke dwaling in Rosmalense flatmoord herinnert aan Zes van Breda

23 augustus 2022 om 20:00 • Aangepast 24 augustus 2022 om 09:02
nl
Justitie heeft maandag vrijspraak gevraagd in de zaak van de zogeheten Rosmalense flatmoord. Volgens justitie is er geen bewijs tegen verdachte Rob B. (64), die jaren geleden toch werd veroordeeld. De Hoge Raad had het gerechtshof de opdracht gegeven om de zaak nog een keer te bekijken. En daarmee doet de Rosmalense flatmoord direct terugdenken aan een andere beruchte zaak die bijna drie keer door het hof werd behandeld: de Zes van Breda.
Profielfoto van Ron Vorstermans
Geschreven door

De Rosmalense flatmoord vond plaats in 2000. De 37-jarige Regie van den Hoogen, de vriendin van Rob B., werd destijds met een doorgesneden keel gevonden. Ze lag in het halletje van hun gezamenlijke flatwoning in Rosmalen. Rob B. vond haar, sloeg als eerste alarm en werd nog dezelfde dag als verdachte aangehouden.

B. heeft altijd ontkend dat hij haar iets had aangedaan. Hij zei dat het zelfmoord was. Toch werd hij veroordeeld voor doodslag: tbs met dwangverpleging. Die tbs-maatregel is in 2017 beëindigd. De Bossche advocaat Pieter van der Kruijs bleef ook na zijn pensioen strijden voor Rob B. Hij hield al die tijd vol dat zijn cliënt zijn vriendin niet gedood kon hebben.

En niet zonder reden, zo blijkt. Van der Kruijs lijkt zijn gelijk te krijgen nu het Openbaar Ministerie om vrijspraak heeft gevraagd. Dit kon gebeuren omdat het Arnhemse hof de zaak opnieuw heeft moeten beoordelen in opdracht van de Hoge Raad. Dat is dan weer gebeurd op advies van de advocaat-generaal, de vertegenwoordiger van justitie bij een gerechtshof.

Zes van Breda
De zaak doet denken aan een andere beruchte zaak: de Zes van Breda, ook wel de 'Bredase restaurantmoord' genoemd.

Beide zaken werden na vele jaren heropend in opdracht van de Hoge Raad, de hoogste strafrechter in Nederland. Maar er is ook een groot verschil tussen de twee zaken. Het leek er lange tijd op dat de zaak rond de Zes van Breda voor de derde keer door het hof zou worden behandeld, maar dat gebeurde uiteindelijk niet.

De zaak draait om de roofmoord op de 56-jarige Tim Mui Cheung, ook wel bekend als 'Oma Mok'. In juli 1993 werd ze gedood in de keuken van Chinees restaurant Peacock in Breda, waarvan haar zoon de eigenaar was. De gokkast bleek leeggehaald te zijn.

De politie kwam drie mannen en drie vrouwen op het spoor. Het zestal uit Breda werd in 1994 veroordeeld voor de moord. Een jaar later gingen ze in hoger beroep, maar ze werden opnieuw schuldig bevonden.

In 2012 ontstond twijfel over het bewijs. Daarom werd de zaak in 2015 overgedaan door het gerechtshof in Den Haag. Maar het hof oordeelde opnieuw dat ze de moord gepleegd hadden.

Geen derde kans
Even leek het erop dat de zaak nóg een keer door het hof behandeld zou worden. De advocaat-generaal adviseerde dat in 2017 namelijk aan de Hoge Raad omdat hij twijfels had bij de verklaringen van de drie vrouwelijke verdachten, die later ook zijn ingetrokken. Ondersteunend bewijs ontbrak volgens hem, terwijl er 'juist wel aanwijzingen zijn dat hun verklaringen niet kunnen kloppen'.

Meestal neemt de Hoge Raad het advies van een advocaat-generaal over. Dat zou betekenen dat de zaak drie keer voor het hof zou zijn behandeld, uniek in de Nederlandse rechtsspraak. Maar het is nooit zover gekomen. De Hoge Raad besloot tot ieders verrassing het advies van de advocaat-generaal niet te volgen.

De Hoge Raad vond dat het hof terecht had geoordeeld dat er voldoende goed gemotiveerd bewijs was. Daarmee waren hun celstraffen definitief en kreeg het zestal geen 'nieuwe kans op vrijspraak', zoals Rob B. die in de Rosmalense flatmoord nu wel lijkt te krijgen. Alle zes hebben inmiddels hun straf uitgezeten.

LEES OOK:

'Flatmoord' in Rosmalen: vrijspraak gevraagd na jaren tbs

Geen nieuw proces over gewelddadige dood Oma Mok

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Deel dit artikel
Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!