Explosieve intimidaties zijn lastig op te lossen en dit is waarom

10 september 2022 om 17:00 • Aangepast 19 september 2022 om 15:29
nl
Beschoten huizen, zelfgemaakte bommen voor de deur en opgeblazen auto's. Het zijn aanslagen met veel impact, waarvoor de afgelopen 2,5 jaar in 21 procent van die gevallen mensen zijn opgepakt. Opdrachtgevers blijven vaak buiten schot. "Het criminele milieu verhardt. Deze onderzoeken zijn vaak een kwestie van de lange adem", zegt de Brabantse recherchebaas Ron van Brussel.
Profielfoto van Joris van DuinProfielfoto van Sven de Laet
Geschreven door
Joris van Duin & Sven de Laet

“Ik zie een handgranaat, op scherp, bij de bakker. Paris Boulangerie. Kunt u zo snel mogelijk komen?” In de nacht van 23 mei 2021 komt deze melding binnen bij de meldkamer. Een jongeman belt met haast in zijn stem. Met evenveel spoed sjezen politieauto’s naar de bakkerij aan de Baliëndijk in Breda. Aan het rolluik hangt inderdaad een handgranaat.

“Levensgevaarlijk”, zegt een politiewoordvoerder later in Opsporing Verzocht. De gemeente sluit de zaak, ook omdat dit al de vijfde uit een reeks van zes geweldsincidenten is tegen één en dezelfde familie. Eerder overleefde het doelwit een liquidatiepoging en kreeg zijn broer afpersers aan de deur. Andere keren lagen ook al bommen bij bedrijven van deze familie: de bakker en een autogarage.

Het doelwit en zijn familie willen er weinig over kwijt. Al bestaat het vermoeden dat zij betrokken zijn bij een keiharde cocaïne-oorlog tussen topcriminelen. Het zijn volgens politie en justitie extreme voorbeelden van intimidaties, bedreigingen en afpersingen. Vaak een gevolg van ruzies in het criminele circuit.

"Slachtoffers hebben er niet altijd belang bij om te vertellen wat de context is."

In 2,5 jaar tijd waren er in onze provincie 95 van dit soort incidenten, blijkt uit onderzoek van Omroep Brabant. In 21 procent van deze zaken is iemand aangehouden. Volgens de opsporingsdiensten zijn onderzoeken ingewikkeld en tijdrovend. “Sommige slachtoffers willen of durven niet te vertellen waar de dreiging vandaan komt”, benoemt persofficier Janine Kramer van OM Oost-Brabant het grootste probleem.

Persofficier Janine Kramer van Openbaar MInisterie Oost-Brabant.
Persofficier Janine Kramer van Openbaar MInisterie Oost-Brabant.

Ook volgens recherchechef Ron van Brussel van politie Zeeland-West-Brabant is de rol van verklaringen van slachtoffers cruciaal, maar ontbreekt het daar vaak aan. “Vaak zijn ze bang voor represailles. Soms heeft het te maken met het criminele handelen van het slachtoffer zelf. Ook dan willen ze niks zeggen.”

Al is dat niet altijd het geval. "Bij conflicten in de relationele sfeer willen mensen wel vertellen wat er aan de hand is. Dat helpt ons enorm”, zegt Van Brussel.

“Er zijn weinig mensen op straat die het zien gebeuren.”

Een andere factor die onderzoeken volgens de opsporingsdiensten lastig maakt, is het tijdstip waarop gewelddadige intimidaties worden gepleegd. Dat gebeurt vrijwel altijd laat in de avond of ’s nachts. “Er zijn weinig mensen op straat die het zien gebeuren”, stelt Kramer. “Als er camerabeelden zijn, dan is maar de vraag hoe goed ze zijn.”

Weinig medewerking dus van slachtoffers en weinig getuigen. En ook qua sporenonderzoek is de buit vaak mager. "Als er is geschoten, onderzoek je de hulzen. Maar vaak is het maar beperkt wat je vindt", zegt Kramer. Toch staan de opsporingsdiensten niet machteloos. Van Brussel: ”We kunnen nog veel doen, zoals technisch, tactisch en digitaal onderzoek."

"Uitvoerders weten vaak niet eens wat het achterliggende conflict is."

En als het dan lukt om iemand aan te houden, worden meestal de uitvoerders gepakt, de opdrachtgevers blijven buiten schot. Van Brussel: “Uitvoerders, die handgranaten leggen of huizen beschieten, worden geronseld door criminele netwerken. Zij weten vaak niet eens wie de opdrachtgever is of wat het achterliggende conflict is. Dat kan een verdwenen partij cocaïne zijn, een henneproof of eerder geweld. Zij voeren puur voor het geld de aanslag uit.”

Het kost veel recherchecapaciteit om achter de opdrachtgevers te komen. "Als een uitvoerder is gepakt, heeft die vanwege dreiging naar hem toe, geen belang om verklaringen af te leggen”, zegt Van Brussel. “Je ziet vaak dat er meerdere schijven zijn tussen uitvoerder en opdrachtgever.”

Recherchebaas Ron van Brussel van politie Zeeland-West-Brabant.
Recherchebaas Ron van Brussel van politie Zeeland-West-Brabant.

Maar ook met een verdachte in beeld, komt het niet altijd tot een veroordeling. Zo bleek in de zaak van de handgranaat bij de bakkerij in Breda. Daarvoor dachten politie en justitie de legger achter de tralies te krijgen.

Tijdens de rechtszaak bleek dat de handgranaat in huishoudfolie was gewikkeld, waarop DNA van twee mensen is gevonden waaronder dat van de opgepakte verdachte. Maar volgens de rechtbank was dit geen waterdicht bewijs. Onduidelijk was namelijk wanneer en hoe het DNA van de man op de folie terechtkwam, oordeelde rechtbank. Daarom werd hij vrijgesproken.

Voor de liquidatiepoging in diezelfde zaak is een 23-jarige man veroordeeld tot 7 jaar cel. Voor de afpersing staat in november een inhoudelijke zitting gepland.

Verantwoording
Omroep Brabant inventariseerde hoe vaak explosieven en zwaar vuurwerk werden achtergelaten bij panden, deze afgingen en hoe vaak huizen werden beschoten. De politie kon hier geen exacte informatie over geven, omdat zaken verschillend worden geregistreerd. Aan de hand van politiepersberichten, media-artikelen, vonnissen en navraag bij het OM, kwam Omroep Brabant op deze cijfers.

Wil je meer weten over dit onderwerp? Kijk dan naar deze video:

Wachten op privacy instellingen...
Wachten op privacy instellingen...

App ons!

Heb je een foutje gezien of heb je een opmerking over dit artikel? Neem dan contact met ons op.

Download de app en draag het gevoel van hier altijd bij je!