Piet heeft recht op schadevergoeding vanwege stank door boerenbedrijven
Zestien burgers, voornamelijk uit Brabant, hebben langere tijd geprocedeerd tegen de overheid. Ze vinden dat de staat ze onvoldoende heeft beschermd tegen stankoverlast. De rechtbank in Den Haag gaf de groep burgers vorige week gelijk. Ze hebben recht op een schadevergoeding van de staat.
"Met een zak geld verdwijnt de stank niet."
Piet Catsburg is een van die zestien burgers. Hij vindt die schadevergoeding eigenlijk niet zo belangrijk. "Het gaat mij om de stank, met een zak geld verdwijnt die lucht niet." Zijn huis aan de Graspeel wordt omringd door intensieve veehouderijen vol varkens, koeien, kippen en geiten.
Waar het Piet om gaat, is dat zowel de provincie als gemeente de afgelopen decennia bedrijven de kans heeft gegeven om zich in Zeeland te blijven vestigen en uitbreiden. Volgens hem had daarbij veel eerder op de rem getrapt moeten worden om de stankoverlast binnen de perken te houden.
"De boeren houden zich aan de regels, alleen kloppen de regels niet."
Hij neemt de boeren ook niets kwalijk. "Zij hebben een vergunning en houden zich aan de regels. Maar die regels kloppen niet en dat vindt de rechter nu ook." Piet woont zo'n 40 jaar aan de Graspeel en kon altijd prima leven met de stank die bij een agrarisch gebied hoort. "Maar de afgelopen jaren zijn er heel veel dieren bijgekomen en dat ruik je."
De Wet Veehouderij en Geur beschermt inwoners van het buitengebied nu niet, vindt ook de Haagse rechtbank. "Als een veehouder ergens een nieuw bedrijf wil beginnen of uitbreiden, kijkt men naar hoeveel stank die individuele veehouder veroorzaakt. Er wordt niet gekeken naar het totaal aantal veehouders dat stank veroorzaakt in dat gebied", legt Piet uit. "Dat klopt niet."
"Ik word er 's nachts wakker van."
Vooral de stank van een megastal met 17.000 varkens vlakbij ervaart Piet heel intens. "Bij een zuidwestenwind, is het hier niet te harden. Ik word er 's nachts wakker van als ik de ramen niet dicht doe." 's Zomers buiten zitten, doet hij al jaren niet meer. Sommige mensen komen vanwege de stank liever niet bij Piet op visite. Verhuizen is echter geen optie voor hem.
Inmiddels heeft de Omgevingsdienst een mobiel meetstation bij Piet voor de deur gezet. "Stank kan je niet meten, maar stoffen wel en over een half jaar weten we wat hier precies in de lucht zit." Hij hoopt dat de politiek nu begrijpt dat inwoners van buitengebieden het door overheidsbeleid flink voor de kiezen hebben gekregen en dat er echt wat moet veranderen.
"Eindelijk een rechter die het begrijpt."
Piet heeft niet de illusie dat de stankoverlast nu snel wordt opgelost. "Nee, er staat alleen vast dat onze rechten zijn geschonden. Er zullen nog wel meer zaken volgen over de hoeveelheid stank en hoe je die vaststelt. Voor die rechtszaken zijn we geld aan het inzamelen." Toch is hij opgelucht met de uitspraak van de vorige week. "Ik dacht, eindelijk een rechter die begrijpt wat we meemaken in het buitengebied."
LEES OOK: 'Te veel stank van megastallen', omwonenden krijgen gelijk van rechter