Deze rechter veroordeelt blind de grootste criminelen van het land
Met zijn ene oog ziet hij vijf procent en met zijn andere oog helemaal niks. Het kan in de rechtszaal soms voor een onhandige situatie zorgen, maar eigenlijk is het voor Sebastiaan Hermans geen belemmering.
“Dan weet je dat je geen politieagent of piloot kunt worden."
Op de vierde verdieping van het gerechtsgebouw in Den Bosch zit Sebastiaan Hermans zich in te lezen voor de rechtszaken van die dag. “Net als elke andere collega moet ik de dossiers lezen. Daarvoor heb ik een brailleleesapparaat, dan kan ik voelen wat er hier op mijn scherm staat.” Met zijn ene hand tegen zijn voorhoofd en de andere op het brailleapparaat is Hermans door het dossier aan het gaan. “Het is de ‘blindehouding’, zo kan ik me het beste concentreren.”
Sinds zijn geboorte heeft Hermans een visuele beperking. “Dan weet je dat je geen politieagent of piloot kunt worden. Maar ik heb er nooit aan getwijfeld of ik rechter zou kunnen worden. Daar ben ik altijd vol voor gegaan.”
De meeste verdachten zien wel dat Hermans blind is, of ze zijn vooraf ingelicht door hun advocaat. “Ik heb eigenlijk nooit een vervelende opmerking gekregen. Maar misschien doen ze dat ook niet omdat ze nog afhankelijk zijn van mijn oordeel”, zegt Hermans met een lach.
“Camerabeelden waren het bewijs en ik kon het zelf niet zien, dat was niet prettig."
Rechters horen natuurlijk objectief te zijn en iemand alleen op feiten te beoordelen. Zoals ook het symbool van de rechtsspraak: Vrouwe Justitia. Ze heeft een blinddoek om, als teken dat ze iemand niet op uiterlijk veroordeelt. “Ik word iets minder afgeleid dan collega’s. Maar het is niet zo dat ik geen vooroordelen kan hebben”, vertelt Hermans. “Je kunt namelijk ook iets afleiden uit hoe iemand praat. Maar inderdaad, ik kan mensen niet op hun uiterlijk beoordelen als ze voor mij staan.”
Dat is dan misschien een klein voordeel. Toch heeft Hermans ook al één groot nadeel ervaren: hij kan geen beeldmateriaal bekijken. En dat is in sommige zaken cruciaal bewijsmateriaal.
Hij heeft jaren geleden weleens in een rechtszaak gezeten met de gedachte ‘nu had ik echt iets moeten kunnen zien’. “Het was een zaak over voetbalrellen met camerabeelden. Ik heb de zaak zorgvuldig gedaan, aan anderen gevraagd wat er op de beelden te zien was.” Maar achteraf gezien had hij deze zaak niet willen doen. “De camerabeelden waren het bewijs in deze zaak en ik kon het zelf niet zien, dat was niet prettig." Hermans wil in de toekomst zo’n zaak dan ook niet meer doen.
Na het inlezen, een kop koffie en een boterham is het tijd voor zeven rechtszaken. Voornamelijk winkeldiefstallen staan vandaag op het programma. Hermans loopt richting de zittingszaal. Niet met een stapel papieren zoals de meeste andere rechters, maar met zijn laptop en brailleapparaat. Voordat de zaak kan beginnen moet hij eerst onder de tafel kruipen om een stopcontact te zoeken. “Anderen hoeven alleen de computer aan te zetten, ik moet eerst alles nog klaarzetten. Hier kun je wel een paar minuten televisie mee vullen, met al die stekkertjes die ik erin moet steken”, grapt Hermans.
"Ik probeer de verdachte altijd aan te kijken."
Tijdens de zitting lijkt het alsof Hermans de verdachte recht aankijkt. “Ik kan dat doen omdat ik niks van het scherm af moet lezen, ik lees met mijn vinger en probeer de verdachte dan altijd aan te kijken.” In het brailleapparaat staat overigens niet de hele zaak. “Een dossier is te groot om er met een brailleleesapparaat snel doorheen te lezen tijdens een zitting. Daarom maak ik in de voorbereiding al aantekeningen, dat kost wel iets meer tijd.” En Hermans vertrouwt op zijn geheugen, de meeste informatie probeert hij namelijk in zijn hoofd te hebben.
Sebastiaan Hermans wil niet per se een voorbeeld zijn voor anderen. Wel hoopt hij dat zijn verhaal anderen helpt om te geloven dat er van alles mogelijk is, ondanks welke beperking dan ook. “Er zijn altijd dingen die wel en niet kunnen, maar geloof er gewoon in”, sluit Hermans af.