Carnaval is geen 'ordinair zuipfeest maar erfgoed dat bescherming verdient'
“UNESCO is best positief, maar we moeten het hoogste carnavalsorgaan achter ons hebben. Ik vind dat dat het volk is, maar dat vonden ze niet genoeg. Dus hebben we de hoogste instantie zelf maar opgericht”, lacht Paul Oudenhooven, die ruim zes jaar Prins Mienus XIV in zijn Kaaiendonk was.
'Meer dan zuipfeest'
Volgens de oud-prins heeft een carnaval een flink imagoprobleem. "Het is veel meer dan een ordinair zuipfeest. Een plekje op de lijst is erkenning en belangrijk voor de beeldvorming”, zo ontkracht Paul een veelgehoord vooroordeel. "Iedereen is verkleed en dus gelijk, alle hiërarchie valt weg. We lopen allemaal voor lul, platgezegd", stelt de oud-prins. "Carnaval is een positieve spiraal die zorgt voor saamhorigheid en geluk. En ik heb in 6,5 jaar nooit bier op als prins."
Het plan voor een plekje op de lijst kreeg in 2020 al grote steun. Ruim honderd carnavalsprinsen pleitten op het provinciehuis voor een plek op de lijst. Ook voormalig commissaris Wim van de Donk ondertekende de petitie van Prins Mienus, toen ook al het brein voor het idee. "Die avond was fantastisch, bizar en unaniem. Ik was ervan overtuigd dat het daarmee ging lukken", zo blikt Paul terug.
Lange weg te gaan
Toch is het feest der feesten nog niet in de buurt van een plekje op de zogenaamde UNESCO’s Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid. UNESCO is een culturele organisatie van de Verenigde Naties die zich inzet om erfgoed wereldwijd te beschermen. Zo geven ze bijvoorbeeld cursussen hoe je erfgoed kan doorgeven van generatie op generatie.
Een van de voorwaarden die de organisatie stelt, is dat de nominatie eerst op de landelijke lijst moet staan. Dat is in ons geval de Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. Dat is nog niet gebeurd. "We gaan carnaval snel voordragen en dat is niet zo heel lastig", zegt Paul vol vertrouwen. "De stichting is al een eerste nieuwe stap."
Zomercarnaval
Als dit is gelukt, dan volgt een nieuwe hobbel. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap moet carnaval dan willen voordragen. Die krijgt daarbij weer advies van de Raad voor Cultuur, die net als de minister ver boven de rivieren zit. De minister heeft nog niet gereageerd op vragen van Omroep Brabant. Een sprankje hoop: eerder werd het zomercarnaval voorgedragen, maar dat wordt pas in 2023 behandeld.
Vervolgens checkt het bureau van UNESCO in, jawel, Parijs of de voordracht compleet is en aan alle eisen voldoet. Na anderhalf jaar kijken nog allerlei experts uit alle delen van de wereld ernaar. "Het gaat dus sowieso jaren duren", weet Paul, die niet wil opgeven. Vorig jaar werd de corsocultuur bijgeschreven op de lijst van UNESCO.