Jonge verdachte die explosief liet afgaan moet van justitie naar inrichting
Bijna drie uur duurde de zitting vrijdag, waarin de jonge verdachte uit Oss terechtstond. Hij zou in juli vorig jaar vier pijpbommen hebben afgestoken aan de Professor Regoutstraat in zijn woonplaats. Twee keer lukte het om de bommen te laten ontploffen. De knallen zorgden voor veel onrust in de buurt en één keer moesten er zelfs twee huizen worden ontruimd.
Op een van de bommen bleek na onderzoek van de politie DNA van de jongen te zitten. Hoewel hij volgens zijn advocaat niet vies is van het afsteken van vuurwerk, ontkent hij dat hij er iets mee te maken heeft. De jongen heeft geen idee hoe zijn DNA op het explosief terecht is gekomen, maar het OM is overtuigd. Die vindt het op basis van de DNA-vondst ook aannemelijk dat de jongen er alle keren wat mee te maken heeft gehad.
De advocaat van de verdachte is het daar niet mee eens. “Je kunt niet zomaar vaststellen dat hij dit gedaan heeft", zegt Bart Frencken. Hij heeft die bom kennelijk in zijn handen gehad, maar andere mensen hebben dat misschien wel aan hem gegeven. Het is niet duidelijk wanneer dat erop gekomen is.”
"Hij heeft een periode achter de rug waarin hij mentaal erg ziek was en herstelt daarvan."
De jongen had tijdens de zitting veel moeite met het beantwoorden van vragen. Toen hij in februari werd opgepakt, bleek hij namelijk psychotisch. Of hij dat vorig jaar zomer ook al was is niet duidelijk. Dat maakt de zaak volgens zijn advocaat extra ingewikkeld. “Mijn cliënt voelt zich heel slecht. Hij heeft een periode achter de rug waarin hij mentaal erg ziek was en herstelt daarvan. Hij zit sinds februari in voorlopige hechtenis en ook dat valt hem zwaar.”
Het OM eist daarom geen gevangenisstraf, maar vraagt de rechter wel om een behandeling op te leggen om te voorkomen dat de jongen nog eens de fout in gaat. Dat is de zwaarste jeugdmaatregel. Over twee weken doet de rechter uitspraak.