Kijk eens in de ogen van deze pasgeboren Kirk's dikdik
Een groot deel van haar familie leeft in Oost- en Zuidwest Afrika. Het is de kleinste antilope in zijn soort. Bij gevaar van roofdieren schuilen deze dieren in het struikgewas. Ook een jong houdt zich de eerste twee tot drie weken schuil in de struiken.
Bij gevaar slaan deze dieren met zigzagsprongen op de vlucht. Daarbij maken ze een hoog geluid: 'zik-zak' of 'dik-dik'. Stropers hebben het voorzien op de botten en de huid van de Kirk’s dikdik. Van de botten worden sieraden gemaakt en van de huid suède handschoenen.
Christian Meurrens, dierenverzorger bij Safaripark Beekse Bergen, is blij met Bibi's geboorte: "Op deze manier dragen we bij aan het behoud van deze soort."
Ook bij de Grantzebra's werd beschuit met muisjes gegeten, blauwe in dit geval. Het mannetje wordt Jop genoemd en heeft net als de rest van de familie strepen op zijn buik. In het wild worden steeds minder Grantzebra’s waargenomen. Dat komt door stroperij en burgeroorlogen.