Abel en Sven reizen 30 uur op de bonnefooi naar PSV en scoren toch kaartjes
“Nee, we hebben nooit getwijfeld om te gaan”, vertellen Abel en Sven donderdagochtend na een gebroken nacht in de nachttrein. Door een straf van de UEFA mogen er geen PSV-supporters aanwezig zijn in het stadion. Maar dat weerhield de twee vrienden er niet van de reis te gaan maken.
“We hebben diezelfde dag nog gezegd dat we gewoon gaan” vertelt Abel. Sven vult aan: “De treintickets waren sowieso niet meer te annuleren. We hoopten dat het hoger beroep positief uit zou pakken maar helaas gebeurde dat niet.”
"Er werd ook wel een beetje lacherig over gedaan in onze omgeving."
En dus reizen ze naar Bodø zonder wedstrijdticket. Al gaven ze de hoop op een kaartje nog niet op. “We proberen van alles. Woensdag stonden er 1400 mensen in de wachtrij voor extra kaarten op het thuisvak.” Maar het geluk bleek het tweetal toe te lachen: iemand die ze in de trein ontmoetten, had kaarten voor Abel en Sven. En dus loont de lange treinreis nu al.
Want lang, dat was hij: de twee vrienden vertrokken woensdag om een uur 's middags vanuit Den Bosch. Ze zullen donderdagavond rond zes uur aankomen in Bodø. Een stad hoog in het noorden van Noorwegen: vanuit Oslo is het nog 22 uur in de trein.
"We wilden een originele reis maken en laten zien dat niet nodig is om alles met het vliegtuig te doen."
Maar waarom wil je zo lang reizen, terwijl het ook veel sneller en makkelijker kan? “We wilden een originele reis maken en laten zien dat niet nodig is om alles met het vliegtuig te doen. En we zien nu ook veel meer van Noorwegen. Bij een gebruikelijke Europese uitwedstrijd zien we alleen die stad.”
Hoewel: in de nachttrein viel het uitzicht vooralsnog tegen. “Het was pikdonker. Maar het wordt nu al wat meer licht. Dus we hebben goede hoop op het vervolg van onze treinreis”, vertelt Sven.
Vrijdagmiddag vertrekken Abel en Sven weer terug naar Nederland. Ze hopen dan zaterdagavond weer thuis te zijn. Met een wedstrijdbezoek achter de rug, al moeten ze dan nog geluk hebben. “We hebben er nog goede hoop op. We geven niet op tot het laatste moment.”