Flip zag deze vreemde vogel in zijn tuin, Frans Kapteijns weet wat het was
Iedere zondagmiddag is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifm@il Podcast. Beluister 'm hier:
Omroep Brabant zendt op dinsdag ook het tv-programma 'Op pad' uit, waarin de kijkers worden meegenomen in de natuurgebieden van Brabants Landschap. Als kijker kun je zelf ook de route uit het programma wandelen. Speciaal voor het programma is er een wandelapp ontwikkeld.
Vreemde zwarte vogel, maar met witte veren, wat is het?
Flip de Nijs stuurde mij een foto van volgens hem vreemde vogel, die op een merel lijkt en vroeg zich af wat voor een vogel het is. Op de enigszins onduidelijke foto zie je een zwarte vogel met heel veel wit. Volgens mij is het inderdaad een merel, maar dan met leucisme.
Merels met leucisme hebben naast zwarte veren ook witte veren. Ogen, snavels en poten van dit soort merels zijn gewoon normaal van kleur. Leucisme is een pigmentafwijking. Deze afwijking komt bij alle dieren voor. Bij vogels wordt de kleuring van de veren veroorzaakt door de stof melanine, een natuurlijk pigment in het lichaam. Bij vogels met leucisme wordt de stof melanine wel aangemaakt, maar komt dit niet tot uiting in de veren. De oorzaak daarvan is dat er een gemis is aan bepaalde eiwitten en dus worden sommige veren - zoals bij de merel op de foto - kleurloos. Dat eiwittekort ontstaat vaak door te eenzijdig voedingspatroon of een tekort aan voedsel, waardoor de vogel een slechte conditie krijgt.
Vreemde vliegende vogel voor buitencamera levert een wazige foto, maar wat is het?
Mieke van der Steijn-van Vroenhoven stuurde mij een wazige foto van een vliegende vogel voor de buitencamera. Ze schreef er wel bij dat het een mooie vogel was. Het is lastig om er een naam op te plakken, maar zo te zien aan de snavel is het een vinkachtige met een stevige snavel.
En aangezien ze het had over een mooie vogel, denk ik dat het een appelvink was. Door het extra grote formaat van de vogel en dat kan weleens 18 cm bedragen terwijl gewone (boek)vinken gemiddeld drie centimeter kleiner zijn, en de sterke forse snavel, valt deze appelvink wel op onder de vinken. Appelvinken zijn het meest aanwezig in dichte en hoge loofbossen of gemengde bossen. Op het menu van appelvinken staan vooral zaden van prunussoorten, zoals gewone vogelkers, Amerikaanse vogelkers, maar ook zure kers, zoete kers en sleedoorn. Daarnaast zijn ze ook dol op de olierijke zaden van de esdoornfamilie.
Het lijkt op een salamander maar heeft een kop van een kikker, wat is het?
Jasper Oomens stuurde mij een foto van een diertje wat hij met enige regelmaat in zijn tuin vindt. Hij denkt zelf aan een salamander, maar vindt dat de kop lijkt op een kikker. Wat hij in zijn tuin geeft is inderdaad een salamander. Ik denk dat het de kleine watersalamander is.
Het is overigens een kleine watersalamander in landfase en dan zijn zowel de mannetjes als vrouwtjes eenvormig bruin van kleur. In het water hebben ze een geeloranje buik met zwarte vlekken en een olijf- tot grijskleurige rug en flanken. Mannetjes krijgen daarnaast in de paringstijd een hele mooie kam op de rug. De kleine watersalamander kan zo'n elf centimeter lang worden. Op het menu staan vooral kleine kreeftachtige diertjes zoals watervlooien.
Watersalamanders in de Maasduinen - Vroege Vogels
Publicatie: 24 apr. 2018
We hebben in Nederland vier soorten: de vinpootsalamander, de kleine watersalamander, de alpenwatersalamander en de kamsalamander. Ze zitten alle vier in de vennen van de Limburgse Maasduinen. Dat is niet uniek – in Brabant zijn ook een paar van die plekken te vinden - maar wel heel bijzonder.
Vreemde zwammen in boswachterij Dorst
Ed Munters stuurde mij een foto van een aantal hoeden van een zwam waarbij de hoeden in het midden een diepzwarte kleur hebben die in een soort bruin bekertje liggen. We hebben hier te maken met de hoeden van de zwarte knoopzwam. Het mooi van de foto van Ed is dat je zowel jonge exemplaren kunt zien als de oudere exemplaren.
Jonge exemplaren zijn rond tot kegelvormig, het lijkt wel op een beker of halve bol, en hebben een buitenhuid, die er bruin vlokkig uitziet. Later gaat die bol verder open en zie je dus bij de oudere exemplaren een geheel zwart uitgevouwen hoed. Het meest kom je de hoeden van de zwarte knoopzwam tegen op afgevallen takken of schors van loofbomen, vooral op pas gestorven eiken en beuken. Het meest in gemengde bossen of loofbossen, maar ook in grote tuinen en parken, niet bij solitaire bomen.
Vreemde groeisels op bladeren van de Conferenceperenboom, wat is het?
Corry Duindam zag op een blad van haar Conferenceperenboom een vreemd groeisel aan de onderkant en aan de bovenkant een warm oranje gele vlek en zij vroeg zich af wat dit kon zijn. Volgens mij hebben we te maken met een van de bekende schimmels met de familienaam roest en is het de peer-jeneverbesroest. Deze peer-jeneverbesroest hoort bij de vele roesten die we in Nederland kennen en zijn dus organismen die vallen onder het rijk van de schimmels.
De peer-jeneverbesroest heeft om zijn levenscyclus te voltooien twee heel verschillende waardplanten nodig. De schimmels overwinteren vooral op jeneverbesstruiken, maar we vinden ze tegenwoordig ook af en toe op andere coniferen. Op zo’n jeneverbesstruik ontwikkelt zich in de lente een vruchtlichaam van die peer-jeneverbesroest. In dit mooi vruchtlichaam worden de sporen gevormd. Deze sporen worden door de wind meegenomen.
Als ze dan op een perenblad landen, veroorzaken ze daar oranje tot rode ronde vlekken. Aan de onderkant van die vlekken ontstaan weer vruchtlichamen. Deze vruchtlichamen ontwikkelen ook sporen die op hun beurt weer via de wind op een jeneverbes of soortgelijke struik kunnen landen en die deze struiken weer aantast. Zo is de cyclus weer rond.
Vliegende mieren in oktober, nog nooit gezien
Margo van Loon zag eind oktober nog vliegende mieren en zij had dat nog nooit gezien. Ze vroeg zich af hoe dat kon. Allereerst iets over vliegende mieren, want in principe zie je het hele jaar door vooral mieren kruipen. Als je ze goed bekijkt, zie je dat ze ook geen vleugels hebben. Maar als de paartijd aanbreekt, dan krijgen sommige mieren ineens wél vleugels. De mieren koninginnen krijgen dan vleugels en ook tegelijkertijd de mannetjes mieren. We noemen zo’n vlucht een bruidsvlucht.
Het tijdstip van de bruidsvlucht is bij elke soort verschillend, maar meestal is dat ergens tussen eind april (rode bosmieren) tot ongeveer augustus. In oktober heb ik ook nog nooit een bruidsvlucht van een mierensoort gezien, maar door de aanhoudende warmte hebben de mieren bij Margo van Loon wellicht nog een tweede vlucht gemaakt.
Ben benieuwd of ze het volgend jaar weer zo’n vlucht ziet en dan hoop ik dat ze een vliegende mier kan vangen of fotograferen. Wellicht kunnen we dan zien om welke soort het gaat. Op dit filmpje Vrouwtjesmieren Maken bruidsvlucht (Vliegende mieren) zie je mieren met vleugels klaar voor de bruidsvlucht.
Twee konijnen achtervolgt door een vreemd uitziende kat
Dirk Zoontjens en zijn collega zagen aan de rand van Bladel een kat die achter twee konijnen aan zat. Ze konden helaas geen foto maken, maar wel de kat omschrijven. Het dier had een typische kattenkop, maar die was wel smaller. Daarnaast liep de kat op hoge poten en had een bruine huid met lichtere bruine vlekken.
Het is een lastige vraag, want er lopen meerdere soorten vreemde katten in ons land. De Bengaalse kat bijvoorbeeld, zoals op de foto hierboven. En dan heb je ook nog de Serval, die is er in allerlei kleurvarianten te vinden en mogelijk zijn er nog wel andere vreemde gehouden katachtigen.
Mooie foto's
Roland Roijakkers zag een heleboel vuurwantsen bij elkaar zitten en heeft daar een foto van gemaakt en opgestuurd.
Natuurtip
in het natuurmuseum Brabant is een tentoonstelling over Mispoezen en Pechvogels.
Normaal gesproken staan in Natuurmuseum Brabant de mooiste opgezette dieren in de tentoonstellingen. Houding, blik: alles klopt! Maar in de gloednieuwe tentoonstelling Mispoezen en Pechvogels doet het museum het anders. Daar krijgen juist de minder goed gelukte exemplaren het podium. Hier draait het om de kunst en de techniek van het opzetten: de taxidermie. Populairder dan ooit, maar bepaald niet makkelijk. Er kan best veel fout gaan en dat is, met name in het verleden, nogal eens gebeurd.
Met Mispoezen en Pechvogels krijgen bezoekers een prachtig inkijkje in een bijzonder ambacht. Voor onbepaalde tijd verlengd!
Meer informatie:
• Openingstijden; dinsdag tot en met zondag van 10.00 tot 17.00 uur.
• Het museum is gesloten op: maandagen, Koningsdag, Eerste Kerstdag en Nieuwjaarsdag. In de schoolvakanties gelden vaak afwijkende openingstijden, voor alle actuele tijden klik hier
• Openbaar vervoer, fiets of te voet. Met het openbaar vervoer, op de fiets of te voet is Natuurmuseum Brabant makkelijk bereikbaar. Het museum ligt tegenover Tilburg CS en het busstation, vanaf daar is het maar een paar minuten lopen naar het museum.
• Met de auto. Voor je navigatie: het adres is Spoorlaan 434, 5038 CH Tilburg.
• Parkeren: het beste adres is Parkeergarage Knegtel: Gasthuisring 60 5041 DT Tilburg.
• Let op: een parkeerkaart met korting kopen in het museum? Betaal dan niet met je mobiel bij de parkeergarage.