Operatierobot Hugo gaat Tilburgse artsen voortaan een handje helpen
"Ik ben enthousiast", vertelt gynaecoloog Petra Janssen. Zij deed de eerste operatie met de robot in het ETZ en dat was best spannend. "Maar de operatie ging heel goed."
Uitgebreide training
Operatierobot Hugo heeft vier armen die los van elkaar kunnen bewegen. Aan de armen kan een camera of gereedschap voor een operatie worden gekoppeld. De arts die opereert, bestuurt de robotarmen. "We dragen een driedimensionale bril en zitten achter een scherm", vertelt Janssen. Daarop ziet ze camerabeelden van Hugo. Zo kunnen Janssen en andere artsen plekken in het lichaam bekijken die normaal niet goed zichtbaar zijn.
Computerspelletjes
Het besturen van Hugo is niet eenvoudig. "We hebben een voorsprong ten opzichte van oudere collega's", vertelt de gynaecoloog. "Wij zijn opgegroeid met computergames. De huidige generatie medische studenten zijn alweer verder dan wij, door alle computerspellen die zij spelen."
Samen met haar collega's kreeg ze een uitgebreide training om te werken met de operatierobot. "Je moet op afstand met je hoofd de beweging met je hand koppelen aan wat de robot doet", aldus Janssen. "Dat was de grootste hindernis."
Nepoperaties
Met de training oefenden ze geleidelijk hoe dit moest. "Eerst leerden we met Hugo's armen werken. We moesten balletjes in emmertjes stoppen en nepoperaties doen." Inmiddels weet Janssen helemaal hoe ze Hugo veilig moeten gebruiken om mensen te opereren en rondde ze de eerste operatie met Hugo succesvol af.
Het grootste voordeel van de operatierobot is zijn nauwkeurigheid. "Het helpt ons enorm bij ingewikkelde operaties", aldus Janssen. Robot Hugo wordt onder meer gebruikt om vrouwen met endometriose te opereren. Dat is een goedaardige aandoening waarbij slijmvlies dat in de baarmoeder hoort te zitten, zich buiten de baarmoeder nestelt.
Operaties duren met Hugo waarschijnlijk korter en mensen hebben na een operatie minder last. "Op den duur kunnen we bijna alle grote operaties met deze robot doen", verwacht Petra Janssen.