Het mag niet maar gemeente regelt tóch opvang voor Oost-Europese daklozen
De opvang is aan de Lovense Kanaaldijk, aan de noordkant van het centrum, in een goed geïsoleerde tent. Die is open van acht uur ’s avonds tot acht uur ’s morgens. Er kunnen 42 mensen terecht. De opvang is basic. Er staan bedden, er zijn wasbakken en douches. Verder is er koffie en thee en mensen kunnen soep en brood eten.
Kaal
“Het is héél sober”, vindt de Tilburgse wethouder Marcelle Hendrickx. “Het is kaal. Maar het is ook droog en het is veilig."
Seizoenarbeiders uit Oost-Europa hebben geen recht op opvang in Nederland, heeft het Rijk bepaald. “Ze moeten terug naar hun eigen land, zodat ze daar opgevangen kunnen worden”, legt Hendrickx uit. “Maar de praktijk is dat sommige van hen om allerlei redenen niet teruggaan.”
Koen Eekhout van daklozenopvang Traverse: “Ze hebben vaak een extra probleem, waardoor ze niet terug kunnen of willen naar hun eigen land. Een verslaving bijvoorbeeld.”
Alcoholtest
Iedereen die zich meldt bij de opvang, wordt gefouilleerd en moet een alcoholtest doen. Organisator Ton van Eijl: “Zodat ze aanspreekbaar zijn en niet in een half delirium hier liggen, want daar kun je niets mee.”
De opvang is sober, maar er gebeurt wel meer dan opvang alleen. Eekhout: “We gaan het gesprek aan met de daklozen. Vrijwilligers van Stichting Barka, die de taal spreken, proberen ze zo ver te krijgen dat ze toch teruggaan. En dat lukt soms ook.”
Hendrickx: “We vinden het belangrijk dat iedereen een dak boven z’n hoofd heeft, zeker in de winter. Het is inmiddels heel koud geworden. En je zal maar in zo’n situatie terecht komen. En ’s nachts buiten moeten slapen. Ik word er heel treurig van.”
LEES OOK: Werkloos en dakloos, maar te trots om terug naar Polen te gaan: 'Mijn vader ziet me aankomen'