Hulp voor drukke huisarts: via app komt Oekraïense vluchteling bij dokter
Na de oorlog in Oekraïne kwamen er duizend vluchtelingen naar de regio Tilburg. ‘Gewone’ vluchtelingen worden opgevangen door het COA en die organisatie regelt ook de zorg. Maar de Oekraïners werden opgevangen door de gemeente en kwamen bij de huisarts terecht.
“Een Tilburgse huisarts had Oekraïense patiënten uit Eindhoven aan de deur.”
Dat gaf meteen problemen. Want veel praktijken zitten vol. “De nood is heel groot”, weet huisarts Anniek Masman. “Dus je legt de lat hoog. Want als jij als huisarts ‘ja’ zegt tegen één vluchteling, weten 250 man van een opvanglocatie je te vinden.”
“Dat is echt gebeurd”, zegt Ellenbroek. “Een Tilburgse huisarts had zelfs Oekraïense patiënten uit Eindhoven aan de deur.”
Extra probleem is dat de vluchteling niet in een standaard consult van tien minuten past, want je zit met taal- en cultuurproblemen. Masman: “Ze zijn iets anders gewend. Hier is de huisarts een poortwachter. Je gaat eerst daar naartoe. In Oekraïne gaan ze gelijk naar de specialist in het ziekenhuis.”
Er moest echt wat gebeuren, wisten de gemeente Tilburg en Primacura, de overkoepelende club voor huisartsenzorg in Midden-Brabant. Ze zochten contact met Medicinfo in Tilburg. Zij hebben een medisch team dat is gespecialiseerd in zorg op afstand. In de provincie Zeeland ondersteunen ze huisartsen via een app. Vakantiegangers die ziek zijn, kunnen via de app in eigen taal een vraag stellen.
“Ruim de helft kunnen we helpen via de app.”
Mariëlle van de Ven van Medicinfo stuurt de verpleegkundigen aan die de vragen via de app beantwoorden. “De Oekraïner downloadt de app in de eigen taal. Ze sturen een bericht in eigen taal, eventueel met foto erbij. Huiduitslag bijvoorbeeld, of een kindje met krentenbaard. De verpleegkundige krijgt de vraag, vertaald in het Nederlands en bepaalt de ernst van de situatie. Als we vinden dat de huisarts moet beoordelen, maken wij een afspraak met een praktijk. Eén van de twintig die per toerbeurt meewerken. De helft tot zestig procent kunnen we direct helpen via de app en komt niet op consult.”
Iedere dag komen er patiënten via de app binnen. “Ik vind het echt een succesverhaal”, oordeelt Masman. “De druk bij de doktersassistente is eraf. De afspraak is al gemaakt en de arts weet waar de patiënt voor komt.”
“Alleen 112 bellen bij levensbedreigend? Echt?!”
En de Oekraïense vluchteling? Die moet wel even schakelen. Daarom krijgen ze, voordat ze de app installeren op hun telefoon, een voorlichtingsbijeenkomst. Ellenbroek: “Als wij dan zeggen: je mag echt alleen 112 bellen als het levensbedreigend is, ontstaat er gerommel en gedoe in de zaal. Snappen ze niet. ‘Echt alleen dan?!’ De helft van de tijd zijn we kwijt met uitleg over het Nederlandse zorgsysteem. Maar als ze eenmaal zijn gewend, horen wij nooit meer terug dat ze het niet prettig vinden.”
De Oekraïense Anastasia Ostapchuk noemt de app makkelijk en fijn in gebruik. Maar ze heeft ook kritiek. Ze spreekt goed Engels en helpt in haar opvang regelmatig andere vluchtelingen als tolk. “We kunnen niet altijd in dezelfde praktijk terecht. En onze informatie wordt ook niet overgedragen. Dat snap ik niet, want het is iedere keer veel werk je verhaal opnieuw te vertellen. Maar ik begrijp dat dit een probleem is van het systeem. Jullie hebben minder artsen.”
De app is sinds kort in heel Tilburg in gebruik, in de buurt van de drie grote opvanglocaties. Ook de gemeente Oisterwijk gaat binnenkort met de app van start.