Nomi (5) heeft kanker en mocht voor één dag achter de kassa bij de Jumbo
Ouders Pieter en Yvon van der Linden kijken terug op een bijzondere dag. "Ze vond het heel mooi. Ze heeft regelmatig geglunderd en een flinke lach op haar gezicht gehad. Ze riep: ‘Ik ben kassamevrouw, ik mag scannen!’", vertelt Pieter. "We hebben er sinds een paar weken voor het eerst niet aan gedacht. Een wensdag is heel mooi, maar je had het natuurlijk liever allemaal niet willen hebben."
De wensdag begon maandag ‘gewoon’ op school. Nomi wist wel dat er een speciale dag aan zat te komen, maar had geen idee hoe die er precies uit zou zien. Stichting Make-A-Wish zorgde voor een privékermis in het dorpshuis, waar Nomi samen met klasgenoten en familie in een treintje naartoe werden gebracht. Ook was er een prinses die Nomi en haar vriendjes schminkte.
’s Middags zag ze nog een wens in vervulling gaan: achter de kassa bij de Jumbo, met een lange rij van familie en vrienden die allemaal bij Nomi kwamen afrekenen. Daarna volgde nog een tour in een knalroze limousine door Schaijk.
"Er is geen medicijn dat dit geneest. De kans is klein dat er nu nog iets werkt."
Door de wensdag hoefde de familie Van der Linden even niet aan alle ellende te denken, maar de realiteit is hard. De neuroblastoom die afgelopen jaar bij Nomi werd weggehaald, kwam terug. Daardoor worden de overlevingskansen steeds kleiner. "Er is geen medicijn dat dit geneest. De kans is klein dat er nu nog iets werkt", vertelt Pieter. "De behandelingen sloegen uiteindelijk niet aan en zijn stopgezet. Tijdens de operatie gaan artsen proberen om het weefsel weg te halen. De artsen doen er alles aan."
"Ze snapt niet wat 'dood' is. Ze weet wel dat het iets is dat je niet wilt."
De vijfjarige Nomi weet dat er iets aan de hand is. "Ze snapt dat ze ziek is en veel naar het ziekenhuis moet. Gelukkig vindt ze het niet zo erg om naar het ziekenhuis te gaan", vertelt Pieter. "Thuis vraagt ze wel eens of ze doodgaat. We leggen dan uit dat dokters proberen om haar weer beter te maken. Ze snapt niet wat ‘dood’ is. Ze zei: ‘dan kan ik niet meer naar school en naar oudere klassen’. Ze weet wel dat het iets is dat je niet wilt."
De behandelingen en onzekerheid trekken een zware wissel op het leven van het gezin van Pieter en Yvon. "Nomi is ziek, maar het gezin is ook ziek. Dat het ‘goed’ gaat, zeggen we al lang niet meer. Het is pittig. We hebben ergens hoop op een wonder, maar de overlevingskans wordt steeds kleiner."
Vorig jaar zamelde Nomi samen met haar familie geld in voor stichting KiKa door koekjes, taarten en cupcakes te verkopen.