Harry (67) verhuurde zijn loods voor een drugslab: 'Ik kon niet meer terug'
De Greef is al jaren bedrijvig in het buitengebied van Neerkant. Eind 2020 begon daar de ellende voor hem. Zonder dat hij, volgens zijn lezing, kon vermoeden dat hij erin zou worden geluisd zei hij 'ja' tegen een man die bij hem aan de deur was gekomen.
"Iemand wilde massage-olie bij mij produceren."
“Het was iemand van een jaar of tachtig die vroeg of hij bij mij massage-olie kon produceren. Dat mocht: voor 35 euro per jaar per vierkante meter in een van mijn loodsen. Hij is daarna nog één keer hier geweest en ik heb nooit een cent gekregen. Had hij maar verteld dat anderen hem zouden aflossen.” Want in plaats van massage-olie, werd er amfetamine geproduceerd in de loods van De Greef. En niet door de oude man, maar door anderen.
Bij De Greef had toch een lampje moeten branden, omdat criminelen wel vaker lege bedrijfsruimten proberen te huren om er verdovende middelen te fabriceren? “Nee. Zo ben ik, als ik iemand kan helpen, dan doe ik dat met alle plezier. Ik heb niks te verbergen.”
"Ik werd in een houdgreep genomen en kreeg een revolver tegen mijn keel."
Het kwartje viel pas toen hij door een aantal wildvreemden werd opgewacht, vertelt De Greef. “Ik werd in de houdgreep genomen en één van hen zette een revolver tegen mijn keel. Een ander had een mitrailleur bij zich. Als ik niet mee zou werken, dan zouden mijn vrouw, dochter, zoon en ik vermoord worden. Ik kon toch niet anders?”
Het drugslab werd eind februari 2021 opgerold door de politie. De Greef werd opgepakt: “Er viel een enorme last van me af." De Greefs advocaat, Peter van de Laar, kreeg voor elkaar dat het voorarrest eerder kon worden beëindigd. Zijn cliënt was er dolblij mee: “Het was klote in die cel. Na mijn vrijlating ben ik meteen hard gaan werken, om mijn hoofd leeg te maken. Ook ga ik regelmatig naar een psycholoog, om mijn hart te luchten.”
Binnenkort wordt hij naar verwachting weer op water en brood gezet. De rechtbank in Den Bosch doet dinsdag uitspraak. De Greef zou voor twee jaar de cel in moeten. Volgens het Openbaar Ministerie was hij medeplichtig.
"Nog even en ik heb helemaal niks meer."
De Greef zegt dat hij geterroriseerd is door de vijf mannen tegen wie tot twaalf jaar is geëist. “Het ergste is dat mensen me niet geloven, maak ik kon toch niet meer terug? Ik heb het eerst niet tegen mijn vrouw verteld, zij was me lang alles waard. Inmiddels zijn we gescheiden en mijn zoon, die bij ons woonde, is vertrokken.”
“Nog even en ik heb helemaal niks meer, want als ik dadelijk weer de gevangenis in moet, dan raak ik mijn huis kwijt. De bank wil geld zien en gemeente wil dat ik opdraai voor de kosten van het schoonmaken van de grond." Waar moet ik heen na mijn vrijlating? Ik vertrouw erop dat ik dan ergens terecht kan. Wie goed doet goed ontmoet. Als ik zo niet zou denken, dan heb ik geen leven.”