Renners puffen en zweten op 'Het Monster van Hoogerheide'
Speciaal voor de gelegenheid zijn de smalle treden in de WK kleuren geschilderd. De renners moeten de iconische hindernis tijdens de strijd om de regenboogtrui zo’n acht tot negen keer op rennen. “In vergelijking met de profrenners zijn wij maar een stelletje prutsers”, lacht Corné Adriaansen (52) van de Schelderijders.
"Dat is onze Muur van Geraardsbergen."
De trap werd in 2016 voor het eerst in het parcours opgenomen voor de Grote Prijs Adrie van der Poel. Sindsdien is de tien meter hoge opgang niet meer weg te denken bij wedstrijden op de Brabantse Wal. “Dat is onze Muur van Geraardsbergen”, roept een voorbijganger naar de drie Schelderijders die alweer een vierde draf naar boven hebben ingezet.
De mannen draaien normaalgesproken hun hand niet om voor een stevige rit op de pedalen. Maar deze inspanning is voor de recreanten van de buitencategorie. Alleen Corné Nuijes (59) ‘doet’ de trap weleens vaker.
Het verklaart meteen ook waarom het obstakel hem ogenschijnlijk het minste moeite kost. “Ik zit ook bij het Roparunteam de l’Oslopers. Daarvoor train ik hier ook op de trap. Maar hooguit twee of drie keer achter elkaar en zeker niet met een fiets hoor.”
"Je kijkt hier uit over de Brabantse Wal tegen de achtergrond van het havengebied van Antwerpen."
Corné Adriaansen neemt de trap regelmatig wanneer hij zijn hond uitlaat. “Je mag raden wie er dan wint”, lacht hij. Hijgend en puffend gaat hij voor de vierde keer naar boven. De mannen nemen hier even de tijd om te genieten van uitzicht. “Kijk eens hoe mooi. Je kijkt hier uit over de Brabantse Wal tegen de achtergrond van het havengebied van Antwerpen”, legt Wim uit.
Na een vijfde klimronde, eist het monster van Hoogerheide zijn tol. De recreanten vinden het welletjes voor vandaag. Corné Adriaansen doet nog een ererondje onderaan de trap. “Een diepe buiging voor de klasbakken. Hoewel zij het op een gegeven moment ook echt wel gaan voelen tijdens de wedstrijd, hoor. De trap kan zelfs het verschil gaan maken.”
Over één ding zijn de drie Schelderijders het eens: Voor Mathieu van der Poel moet het monster van Hoogerheide weer de stairway to heaven worden.