Vuilnismannen Dennis en Jael staken voor meer geld: ‘Opkomen voor oew eige’
Behendig stuurt Jael woensdagmorgen de grote vuilniswagen door de smalle zijstraten van de Bijsterveldenlaan in de Tilburgse Reeshof. Hij werkt nu twee jaar voor het BAT, het Brabants Afvalteam, zijn collega Dennis tien jaar. Het papier- en GFT-afval belandt dankzij hen keurig gescheiden in de vuilniswagen.
“Ik wil wel graag verwarming met dochtertje van zes maanden in huis.”
Hun werkgever biedt ze vijf procent loonstijging, maar ze willen maar liefst twaalf procent erbij. Dat is veel. “Maar niet vergeleken met de inflatie”, nuanceert Dennis. Financiële problemen heeft hij nog niet. Maar hij voelt het wel: “Je doet minder luxe dingen. De verwarming gaat een graadje lager. Maar ik zou ’t toch wel fijn vinden de verwarming aan te hebben met een dochtertje van zes maanden in huis.”
Jael doet ook mee met de werkonderbreking: “We kunnen niet meer rondkomen zo. Als het loon niet omhoog gaat, betaal je alleen maar voor je vaste lasten. Je moet ook leuke dingen kunnen doen, daarvoor werk je natuurlijk. Keertje uit eten, op het terras zitten.”
Toch voelt het voor Dennis wel vreemd, het werk neer te leggen: “Ik ben het niet gewend. Maar we zien dat het loont in andere sectoren. Dus we zouden gek zijn als we het niet doen.” Ook Jael vindt het een ‘goei idee’: “Ge moet opkomen voor oew eige.”
Een bus brengt Dennis, Jael en hun collega’s van het BAT aan het begin van de middag naar het Tilburgse Stadhuisplein. Daar treffen ze hun collega’s van de ordehandhaving en de binnendienst. Met ruim honderd man staan ze op het plein.
“Vooral mensen met lagere salarissen hebben het extra moeilijk.”
Ze luisteren naar toespraken van onder andere vakbondsman Fred Peeters. Hij vindt die looneis van twaalf procent heel vanzelfsprekend: “Want bij veel gemeenteambtenaren staat het water aan de lippen. Vooral mensen met lagere salarissen hebben het extra moeilijk. En als de kosten stijgen, is het reëel dat je die gecompenseerd krijgt door de werkgever. In coronatijd hebben ze extra hard moeten werken. We vinden dat deze mensen er nu niet op achteruit moeten gaan.”
Met een collega van CNV houdt Peeters een toespraak. Soms schalt er even ‘actie, actie’ over het plein, maar het is nog voorzichtig. De sfeer is nog tamelijk tam.
Maar als we Jael in de menigte treffen, is hij toch fel: “Als dit niet helpt, gaan we door. Langer staken. Dan gaat het dagen duren.” En ons afval dan? Dennis: “Dat is dan heel vervelend.” Jael: “Ze hebben ons toch nodig he, afvalophalers. Als wij dit niet doen, krijg je plagen: ratten en andere beesten. Dan moeten mensen het maar zo voelen.”