Moskee bidt voor de slachtoffers van aardbeving: 'Voelt machteloos'
In Veghel wonen zo’n 450 families met een Turkse achtergrond. Ongeveer tweehonderd daarvan hebben hun roots in het getroffen gebied.
De aardbeving, de verwoesting en alle omgekomen mensen, het hakt er hard in bij veel moskeebezoekers. “We hebben gebeden voor de mensen die zijn overleden of die nog onder het puin liggen”, vertelt Hassan Durmus. “Ook voor de mensen die in het ziekenhuis liggen.”
Hassan komt oorspronkelijk uit Kirikhan, een stad vlakbij Hatay in de buurt van de Syrische grens. “Alles ligt daar in puin”, vertelt hij. Veel van zijn familie woont daar. “De eerste paar dagen konden we niemand bereiken. Er was geen telefoon en elektriciteit.”
"Hij belde me tijdens de aardbeving voor als er iets met hem zou gebeuren.”
Uiteindelijk lukte het om nieuws van zijn familie te krijgen. “Mijn zus en haar zoon zijn uit hun huis kunnen komen. Het huis zelf ligt helemaal plat. Van de familie van mijn vrouw zijn een vrouw, een dochter, een andere dochter, twee stiefzonen en een kleine baby van drie maanden omgekomen.”
De ouders van Yusuf Dagdelen uit Veghel wonen in Gaziantep. Hij vertelt over de nacht van de aardbeving: “Ik had nachtdienst. Mijn vader belde mij om twee uur ’s nachts. Hij zei dat er een heel zware aardbeving bezig was. Hij belde me voor de zekerheid voor als er iets met hem zou gebeuren.”
"Ik voel me zo machteloos."
“Dat raakte mij enorm”, vertelt Yusuf verder. “Gelukkig gaat het met mijn ouders goed. Mijn nichtje lag wel onder het puin. Haar hebben ze er uit kunnen halen. Maar haar schoonmoeder is overleden, net als haar neefjes en nichtjes.”
Niet alleen het verdriet van het verlies van familie en kennissen is er bij Yusuf en Hassan, ze voelen zich ook machteloos. “Ik zou er zelf zo graag naar toe gaan”, zegt Hassan. “Maar alle wegen zijn nu dicht. Binnenkort gaan ze weer open. Dan wil ik naar Turkije, zodat ik daar iets kan doen om te helpen. Nu voel ik me zo machteloos. Ik ben aan het werk om af en toe dat gevoel kwijt te raken, maar dat lukt niet. Heel de week al niet.”
"Mijn dochters gaan in Turkije helpen."
“We zijn hier”, zegt Yusuf. “Het enige wat we kunnen doen, is geld en spullen verzamelen en daar naartoe sturen. Meer kunnen we niet doen.”
Vrijdagmorgen zijn de dochters (37, 35 en 30) van Hassan naar Turkije gevlogen om daar als hulpverlener te helpen. “Een van mijn dochters is dokter, de andere psycholoog en een is docent op de universiteit. Ik hoop dat ze daar iets kunnen doen. Ik vind het heel goed dat ze gaan”, zegt Hassan.
Want er is ook nog hoop. “Er zijn vanochtend uit onze stad door Duitse hulpverleners nog twee kinderen levend onder het puin vandaan gehaald”, vertelt Hassan. “Dat geeft toch hoop. Onze mensen zijn al overleden en begraven. Maar dit geeft nog hoop voor anderen.”