'Ladders zat' moest offline, maar won tóch Kies Je Kraker: ‘Commotie helpt'
‘Ladders zat’ kwam door het gedoe volop in de schijnwerpers. "Het helpt als er veel commotie rondom een nummer is", verklaart Omroep Brabant-dj Maarten Kortlever. "In het geval van ‘Ladders zat’ dook het publiek erbovenop en dan krijgt het de gunfactor."
'Ladders zat', een parodie op 'Ladada' van Claude.
Maar met de gunfactor alleen kom je er niet, legt Kortlever uit. "De tekst moet origineel zijn. Het mag platvloers, maar het is dan weer een dun lijntje met seksistisch. Een liedje als ‘Ladders zat’ gaat, als je goed luistert, tweeëneenhalve minuut lang alleen maar over ladders. Gaat nergens over, maar het is wel uniek en origineel."
"Leuk voor het café in de buurt, maar niet goed genoeg.."
Een goeie carnavalsplaat moet ook nog een beetje ‘goed’ klinken, zegt Kortlever: "Elk jaar komen er honderden inzendingen binnen. Je plaatje moet wel goed geproduceerd zijn. We krijgen soms noeste huisvlijt binnen waar je aan hoort dat het met het eerste beste keyboard is ingespeeld en waarvan de zang slecht is.. leuk voor het café in de buurt, maar dat is niet goed genoeg om aan te slaan bij het grote publiek."
Wie ‘groot’ wil worden in de carnavalsmuziek, moet bovendien zorgen voor meer dan alleen een liedje. "Een goede clip is net zo belangrijk. Kijk maar naar Lamme Frans met ‘Handjes Handjes Bloemetjesgordijn’. Als artiest gooi je makkelijker hoge ogen als je een compleet pakket hebt met liedje én een goede clip."
De clip van 'Handjes Handjes Bloemetjesgordijn'. Het nummer won Kies Je Kraker in 2020.
Eenmaal een hit? Dat kan zomaar de opmaat zijn voor succes, weet Adrie van den Berk. Hij is de grote baas van Berk Music, een platenmaatschappij waar bekende namen aan verbonden zijn, onder wie Snollebollekes, Jan Biggel, John de Bever en Vieze Jack.
"Als je als artiest scoort, is geld een toetje."
"Als je het voor geld doet, moet je er niet aan beginnen”, waarschuwt Van den Berk maar meteen. “Als je als artiest scoort, is het geld een toetje. Er zijn mensen die tegen me zeggen: ‘ik heb hier een zak geld liggen, maak voor mij maar een hit. Daar ben ik totaal niet in geïnteresseerd. Een hit kun je niet kopen."
Er valt goud geld te verdienen in de feestmuziekindustrie. "Het gaat van duizend tot vijfentwintig duizend euro per optreden", zegt Van den Berk.
Snollebollekes is het bekendste voorbeeld van een artiest die het helemaal heeft gemaakt, zegt de platenbaas: "Hij is voor organisaties tijdens carnaval niet te betalen, want hij vult in z’n eentje hele zalen. Maar de artiest krijgt van zo’n bedrag vaak niet eens de helft, want alle kosten gaan er nog vanaf: de geluidsman, het boekingsbureau, en natuurlijk de investering voor een nieuwe plaat."