"Wij weten helaas al tientallen jaren dat het niet goed gaat met de natuur in Brabant", zegt ze. "De conclusie dat de toestand van de natuur nog verder is verslechterd, is zeer zorgelijk, maar komt voor ons niet als een verrassing."

In natuurgebied De Kampina tussen Boxtel en Oisterwijk wandel je momenteel door een zee van groen. Zo slecht lijkt het in eerste opzicht dus niet gesteld met de planten en dieren in het gebied. En precies dat is volgens de boswachter nou de grote misvatting.

"Ik hoor het vaker van mensen: 'Het ziet er toch mooi uit.' Maar wij zien ondertussen hoe heel veel soorten planten verdwijnen."

Even verderop knielt ze om een voorbeeld te laten zien. "Dit is een mooi polletje roze dophei. Maar die zien we de afgelopen jaren steeds minder bloeien. Dat komt door verschillende soorten grassen die hier groeien. Die kunnen veel beter tegen stikstof, waardoor ze zijn gaan woekeren en plantjes als de dophei verdringen."

En dat heeft nogal wat gevolgen. "Hoe minder verschillende plantensoorten, hoe minder dieren er hier ook kunnen leven."

Ook bomen hebben het moeilijk door de grote hoeveelheid stikstof die neerslaat, vertelt De Potter terwijl ze naar een dode eik wijst. "Stikstof zorgt voor chemische processen in de bodem. Daardoor spoelen belangrijke mineralen weg naar grondlagen waar de wortels van de bomen niet meer bij kunnen."

Ook voor vogels is dat een kleine ramp. "Door het gebrek aan calcium in de grond, zien we dat vogels broze eitjes leggen. Of dat meesjes zelfs met gebroken pootjes geboren worden."

Om die ellende te zoveel mogelijk te voorkomen, proberen Irma de Potter en haar collega's de natuur zoveel mogelijk te herstellen. "Het is goed dat de provincie de uitkomst van deze onderzoeken erkent," zegt de boswachter. "Maar door geen vergunningen te verlenen, wordt stikstof nog niet meteen verminderd."

"Om de natuur te herstellen zijn maatregelen nodig waardoor er echt minder stikstof uitgestoten wordt", voegt ze toe. "Daarna kunnen er ook weer vergunningen uitgegeven worden."