Het protest van Extinction Rebellion waar je (bijna) niets over hoorde
‘What do we want? Climate justice!’ galmt over het veld. Tussen alle activisten staat Jetske, die uitlegt waarom ze deze demonstratie belangrijk vindt. “Het gaat om het gemak waarmee mensen kunnen vliegen”, zegt Jetske. “Al die pretreisjes, dat kan ook met de trein.”
Actievoerder Jeroen Langeveld wijst op de pas gepubliceerde klimaatrapporten. "Daaraan zien we dat het heel hard achteruit gaat. Dus het is nodig dat het aantal vluchten hier gaat krimpen."
"Ik pak de trein of blijf dicht bij huis.”
Deze actievoerders hebben toestemming van het vliegveld gekregen om te demonstreren. Maar nemen ze zelf dan nooit het vliegtuig? “Ik heb in het verleden gevlogen, maar ik heb me erin verdiept en ben me kapot geschrokken", zegt Connie van Uffelen. "Dus ik doe het niet meer. Ik pak de trein of blijf dicht bij huis.”
Onder de demonstranten zijn ook veel kinderen. Elisabeth uit Eindhoven, die pas twaalf jaar oud is, weet precies waarom ze is gekomen. “Vliegtuigen stoten veel CO2 uit en daardoor warmt de aarde op. Zo krijgen we slechter weer en komen er vaker overstromingen voor, zoals in Limburg. En ik wil nog wel een fijne toekomst hebben", legt ze uit.
"Wie weet sta ik de volgende keer wel aan de andere kant.”
Tegen het einde van de demonstratie loopt de groep naar de achterkant van het vliegveld. Een andere groep activisten heeft daar het hek van de omheining van het vliegveld opengeknipt en staat op het vliegveldterrein. De demonstranten die van de boulevard komen, willen de andere groep steunen. ‘You are not alone, you are not alone!’, schreeuwen ze, terwijl de ME ze tegenhoudt om verder het terrein om te gaan.
“Ik heb ervoor gekozen om het vreedzaam te houden, maar steun ze wel”, zegt Jeroen Langeveld. “Een paar jaar geleden stond ik met spandoeken te protesteren en zag je er niks van in het nieuws. Dus soms is het nodig om een stapje verder te gaan.” Dat beaamt Jetske: “We hebben al zo vaak vreedzaam geprotesteerd en wat levert het op? Dus wie weet sta ik de volgende keer ook wel aan de andere kant.”