Hoe gaat het met het wereldberoemde dino-ei? 'Ik kijk elke dag even'
“Het lijkt alsof we een kind hebben gekregen”, vertelt Jonathan Wallaard. “Na de hectiek van januari is de rust nu wel terug. Net als bij kersverse ouders.” Bij collega Maarten de Rijke gaat de glimlach al maanden niet van zijn gezicht af.
“Er staat geen bewaking bij."
Die vreugde begint woensdag 11 januari, iets voor halfzes in het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Daar liggen dan in totaal 33 eieren klaar om die avond te scannen. Maarten de Rijke legt het tweede dino-ei van de verzameling in de CT-scanner.
De kans dat ze een embryo in een ei van bijna 75 miljoen jaar oud vinden, is bijna net zo groot als het winnen van de Staatsloterij. Ongeloof klinkt er als er plots botjes worden ontdekt tijdens de scan.
Omroep Brabant was bij het moment dat de ontdekking werd gedaan. Hoe dat ging, zie je in deze video.
Dino-eieren zijn er genoeg, maar een exemplaar met resten van een dino zijn wereldwijd op twee handen te tellen. Eentje daarvan ligt al een paar maanden in een vitrine in Boxtel. “Er staat geen bewaking bij maar eigenlijk zijn er de hele dag ogen op gericht”, vertelt Jonathan. “Hij ligt namelijk tegenover het lab. Ik kijk elke dag wel even of ie er nog mooi bij ligt.”
En wie nu denkt dat het ei miljoenen euro’s waard is, helaas: “Wetenschappelijk is de waarde hoog, financieel niet.”
“De scanner ging op het hoogste standje, de lampen gingen nog net niet knipperen.”
Het onderzoek naar de inhoud van het zeldzame ei heeft sinds de ziekenhuisscan in januari niet stilgelegen. De twee curators van het Oertijdmuseum werden vorige week uitgenodigd om het ei met de gloednieuwe micro CT-scan van de TU/Delft te testen. Het apparaat in Delft kan nog beter in de eieren kijken dan een doorsnee scanner van het ziekenhuis.
“De scanner in Delft ging op het hoogste standje, de lampen gingen nog net niet knipperen”, vertelt Jonathan. “De beelden toonden dat er inderdaad botjes in het ei zitten. Volgende week krijgen we alle bestanden om te analyseren.”
En dan hoopt Maarten over een paar weken te kunnen zeggen wat voor soort dinosaurus in het ei zit. “We kunnen met de bestanden die straks komen laagjes wegfilteren en alleen nog de botjes zien. We krijgen dan een 3D-model van wat erin zit.” Maarten wordt helemaal enthousiast als hij dat vertelt.
“Wetenschap kost tijd, wetenschap gaat langzaam.”
“Met de resultaten uit Delft gaan we een verzoek indienen bij onderzoekers in Grenoble”, zegt Jonathan. “Met hun deeltjesversneller kunnen we tot in de cellen van de botten kijken. Je ziet dan meer details zoals de groeiringen van de botten.”
Voordat het ei in de deeltjesversneller ligt, kan het zomaar een jaar later zijn. “Wetenschap kost tijd, wetenschap gaat langzaam.”