Joekels van oervissen krijgen kans in de Biesbosch: tot 5 meter en 400 kilo
Er zijn fossielen van de steur van 220 miljoen jaar geleden. Daarmee kun je met recht stellen dat de steur een oervis is. Overbevissing, vervuiling en de aanleg van stuwen en sluizen verdreven de steur uit de Nederlandse wateren. Maar de vis keert weer terug, in de hoop dat hij hier blijft.
"Het zou supermooi zijn als het lukt om zo het aantal diersoorten uit te breiden met een vis die gewoon bij Nederland hoort", vertelt Houben enthousiast. Er bestaat zelfs kans dat er ooit ook weer Nederlandse kaviaar komt. "Als dat lukt, betekent dat dat wij het supergoed hebben gedaan. Maar laten we eerst zorgen dat de steur hier ook echt blijft."
"Net als de neushoorn heeft de steur beenplaten."
300 kilo schoon aan de haak en minstens 3 meter lang: de Europese steur is bepaald geen klein visje. Ze kunnen 50 tot zelfs 100 jaar oud worden. En ze hebben ook iets gemeen met de neushoorn. "Ze hebben geen schubben maar een soort pantserhuid van beenplaten. Het is een beenplatenvis."
De vissen die in juni worden losgelaten, zwemmen nu nog in een speciaal kweekcentrum bij Bordeaux, langs de rivier Gironde. Dit is de enige plek in Europa waar de steur nog in het wild voorkomt.
In 2012 en 2015 werd er in de Rijn ook al steur uitgezet, waarvan een aantal met zenders. Daarvan is bekend dat ze terug naar de Noordzee zwommen. Maar de vissen paaien in de Rijn, over de Duitse grens.
"In Antwerpen is ooit een steur aangeland van vijf meter lang, van 400 kilo."
Nu moet blijken of de Biesbosch aanslaat als 'opgroeigebied' tussen zee en Duitse Rijn. Omdat de Haringvlietsluizen een stukje open staan, komt er via eb en vloed ook wat zout water in de Biesbosch. Dat maakt het gebied extra aantrekkelijk voor de steur.
Ook in de Biesbosch krijgen de steuren zendertjes. Ze worden gevolgd via 80 ontvangers op boeien van Rijkswaterstaat. Niels Brevé is onderzoeker van de Universiteit Wageningen en gaat namens Sportvisserij Nederland de bewegingen van de oervissen vier maanden in kaart brengen. "Ik wil onder andere weten waar ze hun eten vinden en wat hun routes zijn naar de zee."
"Als we die vis hier terug hebben, dan is dat geweldig!"
In de jaren 80 werd in de Biesbosch de bever opnieuw uitgezet. Inmiddels zorgt het knaagdier voor overlast. Maar Brevé kijkt daar toch anders tegenaan: "Als een ooievaar, een bever of een otter terugkomt, noem ik dat geen plaag maar een geschenk. Een verrijking voor de recreatie, voor de mensen en voor de beleving van de natuur."
En Brevé kijkt al uit naar volwassen steuren, die echt 'joekels' kunnen worden: "In de haven van Antwerpen is ooit een steur binnengebracht van vijf meter en 400 kilo. En in Rees in Duitsland eentje van 4 meter en 375 kilo. Als we die vis hier terug hebben, dan is dat geweldig!"