Zoektocht naar massagraf: 'Hopelijk zorgen luchtfoto's voor een doorbraak'
De veertien verzetsstrijders uit Tilburg, Tholen en Groningen werden op 26 mei 1944 bij zonsopgang door de Duitsers doodgeschoten. Hennie van Selst (65), Gerrit Broeders (70) en Antoon Verspaandonk (72) blijven zoeken naar de plek.
Het speuren in de gigantische zandvlakte lijkt bijna onbegonnen werk, want waar moet je zoeken? "Dat vragen wij ons ook wel eens af, daarom zijn die luchtfoto's heel belangrijk voor ons", zegt Gerrit Broeders. De Duitsers wilden dat het massagraf nooit gevonden zou worden. Tot nu toe lijkt die opzet geslaagd.
"Ik vind dat ze een waardige begraafplaats moeten hebben."
In 2018 is er na anderhalf jaar voorbereiding gegraven op een plek waar ze zouden kunnen liggen. Ook in 1976 is er een heel stuk onderzocht en uitgegraven met bulldozers, zonder resultaat.
"We hebben een luchtfoto gevonden van 28 mei, twee dagen na de executies", zegt Hennie van Selten. Hij is oud-militair en een ervaren speurder bij de stichting Signi zoekhonden. Mogelijk zijn er op de luchtfoto sporen van het massagraf te zien. Dat zou na bijna tachtig jaar een doorbraak betekenen.
Gerrit zet het werk van zijn overleden vader voort. Die heeft heel zijn leven naar de graven gezocht. "Ik geef het niet op en ik vind dat ze een waardige begraafplaats moeten hebben."
Zoeken is niet eenvoudig. Het natuurgebied is enorm uitgestrekt en je mag er niet met metaaldectoren lopen. De mannen letten vooral op kleine details als afwijkingen in het landschap. "Misschien worden de graven ooit zichtbaar na een zandverstuiving", zegt Antoon.
"Na de executies gingen ze een borrel drinken."
Als ze denken dat ze een spoor hebben gevonden is er veel overleg nodig met Natuurmonumenten, de gemeente en defensie. Pas daarna mag er eventueel gegraven mag worden.
Hennie vertelt hoe wreed en gewetenloos het Duitse executiepeloton was: "Na de executies gingen ze een borrel drinken in het nabijgelegen restaurant. Die mannen deinsden nergens voor terug. Na de executies werd het gebied tien dagen hermetisch afgesloten, ik denk om de sporen weg te laten regenen, zodat ze nooit meer gevonden zouden worden."
Hennie legt uit dat het zoeken hem in het bloed zit. "Ik heb waarschijnlijk een zoekvirus, want ik werk ook voor de stichting Signi zoekhonden. Ik heb hun hier ook bijgehaald, omdat we helemaal vastzaten. We zijn met de honden gaan kijken en hebben wat plekken ontdekt waar ze zouden kunnen liggen. Maar ik wil geen verwachtingen wekken, want je weet het pas als je het openmaakt."
De drie mannen geven in ieder geval niet op: "Dat is niet erg hoor. Je blijft er gezond bij en het is een heel mooi natuurgebied", zegt Gerrit die als kind al in het natuurgebied kwam.