Onzichtbare dak- en thuislozen tellen: zo gaat dat in zijn werk
Bij een dakloze denken veel mensen al snel aan iemand die zijn nachten doorbrengt in een opvang of op straat. Maar dak- en thuislozen zijn ook gezinnen zonder verblijfspapieren of mensen die net uit de gevangenis komen en geen plek hebben om te wonen.
De telling is een initiatief van Hogeschool Utrecht en Kansfonds dat thuislozen wil helpen. Zij zien dat bepaalde groepen niet of onvoldoende worden meegeteld. “Deze mensen melden zich vaak niet bij een daklozenopvang, gemeente of hulporganisatie. Daardoor wordt een groot deel van die groep niet opgemerkt”, legt Willem van Sermondt van Kansfonds uit.
Het is volgens Van Sermondt juist van belang dat ook die groep wordt meegeteld. “Om dakloosheid op te kunnen lossen, moeten we wel weten hoe groot het probleem is.”
"De onzichtbare groep dak- en thuislozen kunnen we beter in kaart brengen."
Maar hoe tel je daklozen? 96 organisaties in Noordoost-Brabant die te maken hebben met dak- en thuislozen, vullen dinsdag vragenlijsten in. Denk bijvoorbeeld aan gemeenten en opvangorganisaties, maar ook woningbedrijven, maatschappelijk werk, ziekenhuizen, jeugdzorg, politie, gevangenis, scholen en leegstandsbeheerders.
Directeur Thijs Honig van Maatschappelijke Opvang Den Bosch: “Veel organisaties wachten tot mensen met problemen zich melden. Ik hoop dat door deze telling mensen die dakloos dreigen te worden, eerder worden gevonden."
Juist om die reden worden zoveel mogelijk organisaties betrokken bij de telling. "Veel mensen zijn wel ergens in beeld. We vragen maatschappelijk werkers bijvoorbeeld of ze mensen kennen die geen eigen woonplek hebben. Woningbedrijven en leegstandbeheerders zien weer of mensen dakloos dreigen te raken", legt Willem van Sermondt van het Kansfonds uit. "We kunnen de onzichtbare groep zo een stuk beter in kaart brengen."
“Een nieuw beleid moet voorkomen dat mensen in de daklozenopvang komen.”
De regio Noordoost-Brabant loopt voorop met de aanpak van dakloosheid. Daklozen wonen niet meer in een grootschalige opvang, maar worden verspreid over studio’s, huizen en appartementen in de regio. Met het systeem ‘Wonen Eerst’ wil de directeur van de Maatschappelijke Opvang in 2030 het daklozenprobleem in Den Bosch hebben opgelost.
“De telling is een meetmoment waarbij wij als Maatschappelijke Opvang kunnen kijken of onze aanpak voor dak- en thuislozen werkt”, zegt directeur Honig. “Wij zijn ermee geholpen als gemeenten en andere organisaties nieuw beleid kunnen maken dat voorkomt dat mensen in de daklozenopvang komen.”
Om nieuw beleid te kunnen maken, moet het telonderzoek duidelijk maken om wat voor mensen het gaat. “We stellen een aantal vragen over deze mensen. Iemand met een verslaving of psychische problemen heeft andere zorg nodig dan iemand die dakloos is door geldproblemen of een scheiding”, zegt Van Sermondt van Kansfonds. Half oktober moet het onderzoek klaar zijn.