Soldaatje spelen op Militracks: 'Maar volledige uniformen mogen niet'
“Haben Sie noch Tagetickets?”, vraagt een Duitse meneer aan de ingang van het oorlogsmuseum in Overloon. “No, sold out”, krijgt hij te horen. “Ausverkauft.”
Beteuterd draait de man in legerkleding zich om. “Ze hebben hier al huilend aan de poort gestaan”, vertelt de bewaking. Militracks is namelijk stijf uitverkocht. 10.000 mannen, vrouwen en kinderen dompelen zich onder in alles wat met oorlog te maken heeft. Er zijn rijdende tanks, maar ze schieten niet.
“Er komen hier ook mensen in een volledig SS-kostuum opdagen.”
“Volledige uniformen mogen niet”, vertelt museumdirecteur Eric Van den Dungen. “Er komen hier namelijk ook gewoon mensen in een volledig SS-kostuum opdagen. Dat doen ze maar thuis.”
Het evenement is dit jaar 60 procent groter dan vorige jaren. Met 150 Duitse voertuigen, een nog groter terrein en duizenden bezoekers. “Maar we filteren wel goed wie we toelaten”, legt Van den Dungen uit. “Duitsland heeft nou eenmaal hele mooie motoren geproduceerd. Hoe fout ze ook waren, dat proberen we er vandaag los van te zien.”
Bij Militracks gaat het, volgens de museumdirecteur, echt om de techniek. Het oorlogsmuseum is er voor de context. En daar hebben enorm veel mensen oren naar. “Ik ben ermee opgegroeid”, vertelt Eric Speijers vanuit het publiek terwijl een Tiger-tank begint te rijden. Zijn vader werd in de oorlog geboren. “Dus heb ik altijd als klein manneke in zijn boeken geneusd.”
Net zoals de 14-jarige Vigo uit Woerden nu doet. Hij is niet met zijn vader mee, maar andersom. “Ik vind die techniek gewoon heel interessant. Normaal zie je ze alleen stilstaan. En nu rijden ze ook."
Maar dat het evenement ook een beetje schuurt, is voor de bezoekers geen geheim. "Uiteindelijk zijn die wagens gebruikt om een verschrikkelijke oorlog mee te voeren”, geeft Speijers toe. Die uitleg ontbreekt een beetje bij Militracks. “Ik zou mijn leerlingen hier niet mee naartoe nemen”, vertelt een geschiedenisleraar die in de meute naar tanks staat te kijken. “Dan wordt het voor sommige bezoekers gewoon soldaatje spelen."
De directeur van het oorlogsmuseum snapt die kritiek, maar zegt dat bezoekers voor die context toch echt naar het museum zelf moeten. "En als die tanks voor hen het haakje is om zich ook in de geschiedenis zelf te verdiepen, is dat voor ons al geslaagd. Je moet het ergens mee opwekken."