Eindelijk jonge zeearenden in Markiezaat: 'Dit is echt een droom'
Al vijf jaar lang hoopte Erik hierop. Maar alle eerdere broedpogingen mislukten. Drie jaar geleden werden de eieren opgegeten door een boommarter. Vorig jaar werd het vrouwtje gedood door de wieken van een windmolen. “Toen ik begon zei ik dat er binnen tien jaar zeearenden zouden broeden en zich zouden uitbreiden. Dat is nu werkelijkheid geworden. Ik ben ontzettend blij.”
“Dankzij de drone zagen we dat er twee jongen op het nest zitten."
Vorige zomer sloeg het mannetje een nieuw vrouwtje aan de haak. “Heel de winter zijn ze bezig geweest om een nestplek uit te zoeken. In maart begonnen ze als een gek met het bouwen van een nest”, zegt Erik, die ze al die tijd nauwlettend in de gaten hield door zijn verrekijker. Niet lang daarna begon het vrouwtje met broeden.
Omdat Erik op afstand moet blijven, was het voor hem lastig om te zien of er daadwerkelijk jongen uitgebroed werden. Maar dankzij hulp van een dronebedrijf heeft hij het nu toch echt gezien. “Die drone heeft een camera die enorm kan inzoomen. En daarmee hebben we gezien dat er twee jongen op het nest zitten, van drie weken oud”, zegt Erik trots. “Heel misschien drie, maar dat weten we nog niet zeker.”
“Ik hou wel mijn hart vast voor de windmolens aan de westkant.”
Zeearenden zijn zeldzame dieren. Ze hebben veel rust en voedsel nodig en er zijn maar weinig plekken in ons land waar dat voor deze vogels voorhanden is. In 2016 werd er voor het eerst weer een zeearend-koppel gespot in het Markiezaatgebied. Dat het er nu meer worden vindt Erik fantastisch. “Dit is de grootste droom van een boswachter. Het is zo’n spectaculair beest. Echt een kroon op je werk.”
De Werkgroep Zeearend Nederland gaat de jongen binnenkort onderzoeken. Ze krijgen dan een gekleurde ring om hun poot, zodat ze te herkennen zijn. En ze worden dan ook regelmatig getest op vogelgriep. “Ik hou wel mijn hart vast voor de windmolens aan de westkant”, zegt Erik. “Hopelijk blijven ze daar ver vandaan. Gelukkig is er ontzettend veel eten in het Markiezaat. Dus als ze in het gebied blijven is de kans groot dat ze het overleven."