Vier meiden in een hoekhuis, 600 jonge vluchtelingen zoeken ook zo'n plek
Brabant moet voor het einde van dit jaar nog ruim 5500 vluchtelingen met een verblijfsvergunning huisvesten. Bijna 600 van hen zijn minderjarige vluchtelingen.
"Ze hebben hier geen ouders en wél heel veel meegemaakt"
Stichting Nidos is 'voogd' van de vier meiden en zorgt voor een zo prettig mogelijke plek om hun nieuwe leven te starten. De meiden worden begeleid door Aregash Gire en Mirna Broers van Sterk Huis. "Ze hebben hier geen ouders, maar ze hebben wél heel veel meegemaakt", zegt Aregash. "Jarenlang een gevoel van onzekerheid en onveiligheid."
Daarom straalt hun woonruimte vooral huiselijkheid uit. Met een zithoek met kussens op de bank, een fijne eettafel en een ruime keuken. "Die sfeer is zo belangrijk. Dát geeft al een gevoel van veiligheid en dat is het allerbelangrijkst."
Minderjarige vluchtelingen die in hun eentje ons land binnenkomen, moeten zich net als alle anderen eerst melden in Ter Apel. De bedoeling is, dat vluchtelingen die echt heel jong zijn worden opgevangen in een gastgezin. Dan mag je maximaal 14 jaar oud zijn. Ben je tussen de 15 en 18 jaar oud, dan kom je in een jongeren-opvangvoorziening van het COA.
Krijg je uiteindelijk een status en mag je dus in Nederland blijven, dan is het de bedoeling dat je snel doorstroomt naar een kleinschalige opvang. Bijvoorbeeld met een aantal jongeren samen in een huis. Zo kan je aan je nieuwe leven in Nederland beginnen. Maar in Brabant komen we nu al bijna 600 van die plekken tekort.
"Een kind heeft begeleiding nodig."
"Je geeft een kind van 15 of 16 niet de sleutel van een sociale huurwoning om ze het letterlijk maar te laten uitzoeken", zegt Aregash. "Het blijft een kind. Een kind heeft begeleiding nodig, of dat nou van ouders is of van hulpverleners. Ouders zijn er niet, dus doen wij het."
Mirna Broers legt uit dat die begeleiding over heel veel onderwerpen gaat. "Hoe betaal je rekeningen of hoe maak je geld over? Maar ook wat gezond eten is. Daarnaast willen we vooral weten hoe het met deze jonge mensen gaat, emotioneel. Ook maken we een plan voor de toekomst. Wat wil je met een opleiding, bijvoorbeeld."
Kleinschalige opvang voor deze jonge vluchtelingen met een verblijfsvergunning is dus heel belangrijk, maar we komen er in Brabant heel veel tekort. En ook niet alle plekken zijn even geschikt. Mirna: "Deze jongeren gaan naar school, hebben een bijbaantje, zitten op zwemles. Dus is het heel fijn als ze in een gemeenschap 'het leven' kunnen leren kennen. Tussen de mensen dus. Op een industrieterrein gaat dat een beetje lastig."
"Gemeenten hebben niet helder hoe belangrijk dit is."
Gemeenten moeten dus snel aan de slag met het aanwijzen van plekken waar deze jonge mensen kunnen wonen. "Ik denk niet dat alle gemeenten even helder voor de geest hebben hoe belangrijk deze plekken zijn. Gelukkig zijn er ook gemeenten die het goede voorbeeld geven, zoals Tilburg", zegt Mirna.
"Dit zijn jonge mensen die nog een heel leven voor zich hebben en staan te springen om iets met hun leven te doen. Ze zijn hier naartoe gekomen, een hele reis. Ze hebben al veerkracht en doorzettingsvermogen laten zien. Ik heb alle hoop en vertrouwen dat ze iets van hun leven willen maken."