Elles liep vast met haar proefschrift, dus ze maakte er een stripboek van
Vijftig pagina's aan stripverhaal zijn het, naast haar 'normale' proefschrift. Het verhaal gaat langs Frankenstein en Romeinen die stroomstoten uitdeelden met een sidderrog, om uiteindelijk uit te komen bij haar eigen proefschrift over de invloed van elektrische velden op hersencellen. "Hoe veel werk dit was?", peinst Raaijmakers. "Hier kun je niet meer van uren spreken."
Het idee van haar stripverhaal ontstaat in de trein. Tijdens het onderzoek zit de promovenda namelijk vier uur per dag in het OV, pendelend tussen de universiteiten van Eindhoven en Amsterdam. Tekenen doet ze al lang en graag, dus het voelt als een logische zet om haar frustraties en inspiraties ook van zich af te schetsen. Visueel en met een beetje humor. Zodat, tussen al het breinonderzoek door, haar eigen brein ook wat rust krijgt.
Raaijmakers' onderzoek liep namelijk bepaald niet vlekkeloos. "We dachten dat we aan een handjevol metingen genoeg hadden, maar dat duurde steeds langer. Vier jaar werd vijf jaar, vijf jaar werd zes en zes werd zeven. Eigenlijk alles wat tegen kon zitten, zat wel tegen", zegt ze met een ironisch lachje.
Super frustrerend vindt ze het. En daardoor wordt het tekenen voor de promovenda steeds belangrijker. "Het werd mijn manier om tegenslagen te verwerken", legt ze uit. Zo laat ze een tekening zien van wetenschapper Santiago Ramón y Cajal, Spaanse bioloog die zich bezig hield met het weefsel van organismen. Met deze prent alleen al is ze een week bezig geweest.
Hij staat bij een rommelig bureau, met een paar flessen wijn achter hem op de plank. "Hij was een buitenbeentje, maar groeide uit tot de vader van de neurowetenschap", vertelt Raaijmakers vol bewondering. Ook bij hém ging het allemaal niet van een leien dakje. En dat maakte hij ook nog eens visueel.
Maar haar strips hebben nog meer voordelen. Mensen die normaal nooit verder zouden lezen in een statig proefschrift, worden door de illustraties toch nieuwsgierig. Het maakt de materie wat toegankelijker.
In haar verhaal neemt Raaijmakers de lezer namelijk mee in de geschiedenis van de neurowetenschap. Langs Frankenstein bijvoorbeeld, of nobelprijswinnaar Hodgkin. Of de Romeinen, die stroomstoten uitdeelden met een sidderrog, om uiteindelijk uit te komen bij haar eigen proefschrift. "Mensen die mijn onderzoek normaal niet zouden openslaan, kunnen nu wel snappen waarom ik het heb gedaan."
Inmiddels heeft ze haar proefschrift verdedigd is gebleken dat er met haar onderzoek allerlei groei- en leerprocessen in de zenuwcellen van het geheugengebied in gang worden gezet. Én dat je daar dus een stripboek over kunt maken.