Naar deze prachtige paddenstoel mag je alleen kijken, waarschuwt Frans
Iedere zondag is er ook een nieuwe aflevering van de Stuifmail-podcast. Beluister deze hier:
Prachtige paddenstoel met gouden gloed
Esther Bosch stuurde mij een foto waarbij ze meldde dat de door haar gefotografeerde paddenstoel een gouden gloed had. Wat zij gevonden heeft, is inderdaad een heel mooie paddenstoel, maar kijken is ook het enige wat je hiermee moet doen. De naam van deze paddenstoel is groene knolamaniet. De groene knolamaniet is een van de giftigste paddenstoelen op aarde. Naast zijn schoonheid heeft deze paddenstoel ook een lekkere honingachtige geur. Maar dus schijn bedriegt hier dus, want een kleine hoeveelheid, zo’n dertig tot vijftig gram, eten van deze paddenstoel is al dodelijk. De lever wordt hierdoor vergiftigd. Pas 24 uur na het eten van de paddenstoel zijn de gevolgen zichtbaar. Daarvoor heeft de noodlottige eter van de paddenstoel al diarree en maagkrampen, maar die verdwijnen weer. De patiënt denkt dan waarschijnlijk dat het probleem voorbij is en gaat niet naar het ziekenhuis of naar de dokter. Bekend is dat plusminus vijftien procent van de slachtoffers binnen tien dagen sterft en dat mensen die door toeval dit overleven, herstellen nooit meer volledig. Wil je er meer over lezen, kijk dan op deze link.
Rups bezaaid met eitjes
Bert Markgraaf stuurde mij een foto van een rups waarop een sluipwesp haar eitjes heeft afgezet. Bert had geen vraag, maar vroeg of ik er wel een verhaaltje bij zou kunnen schrijven. Volgens mij is dit een rups van de nachtvlinder plakker, die door een van de vele soorten gewone sluipwespen is geparasiteerd. We kennen in ons land ongeveer vierduizend soorten sluipwespen. Daaronder vallen zo’n 1500 soorten gewone sluipwespen. De vrouwtjes van de sluipwespen hebben geen angel maar een legboor. Daarmee leggen ze hun eitjes in of op een prooi, zoals rupsen of poppen van vlinders. Het zijn slank gebouwde insecten met een zeer dunne 'wespentaille'. De lengte varieert binnen de soorten van 0,3 tot 4,2 centimeter. De grootste is volgens mij de houtsluipwesp waarbij het vrouwtje een lengte heeft van 4 centimeter. Op de foto van Bert zie je dus dat een gewone sluipwesp eitjes heeft afgezet op een rups van de plakker. Uit die eitjes komen sluipwesplarven en die doen zich dan tegoed aan stuurloze en enigszins verlamde rups. Uit die rupsen komen dan geen vlinders, maar een nieuwe generatie sluipwespen. Op dit wat langer durende Engelse filmpje kun je zien hoe dit in zijn werk gaat.
Insect op rolluik
Thea Roeken zag op haar rolluik een insect. Ze vraagt zich af welk insect dit is. Op de foto zie je duidelijk een sprinkhaan. Ik kan melden dat deze sprinkhaan valt onder de familie van de kortsprietigen thuishorend bij de rechtvleugelige insecten. De kortsprietigen heten zo, omdat ze in verhouding tot de langsprietigen - zoals sabelsprinkhanen - korte antennes hebben. We noemen deze kortsprietigen ook wel de echte sprinkhanen. En onder die echte sprinkhanen vallen weer een paar soorten, zoals de veldsprinkhanen. Thea heeft zo’n veldsprinkhaan gefotografeerd. Maar omdat de foto heel donker is, kan ik geen kenmerken zien op basis waarvan ik deze veldsprinkhaan de juiste naam kan geven. Ik zie te weinig onderscheidende kenmerken, dus spreken we van een veldsprinkhaan spec. Al deze sprinkhanen hebben zeer goed ontwikkelde springachterpoten, duidelijke vleugels en dus korte antennes.
Grote pad gezien
Giovanni de Waal kwam een pad tegen, met een lengte van zo'n tien centimeter. Hij vroeg of dit een speciale soort is. Het antwoord is nee. Dit is een gewone pad, volgens mij een vrouwtje. Vrouwtjes van de gewone pad kunnen in ons land zeker elf centimeter groot worden. In Zuid-Europa kan zo’n gewone vrouwtjespad zelfs vijftien centimeter groot worden. Mannetjes zijn kleiner en worden maximaal negen centimeter groot. Als je goed, kijkt zie je dat deze pad dikkere voorpoten heeft. Die dikkere voorpoten hebben de mannetjes nodig om zich goed vast te klemmen op de rug van de vrouwtjes. Buiten de voortplantingsperiode zijn padden veel op het land te vinden en vertrouwen ze op hun camouflage, hun huid is bruin kluit-achtig. Als de pad wordt aangevallen, houdt de gewone pad zich dood. Mocht dit niet helpen, dan blaast het dier zich op. De voorpoten worden dan gestrekt en de kop omlaag gehouden. Vaak druipen de vijanden dan af. Wordt het dier toch opgepakt, dan maken ze rare piepende geluiden.
Plant gevonden tegen het bos van Dwingeloo
Ruud van Heerebeek kwam in de buurt van het Dwingeloose bos een plant tegen, maar kwam er niet achter om welke soort het gaat. Hij stuurde mij een foto. De naam van deze plant is koninginnenkruid. Voorheen noemde men deze plant leverkruid. Koninginnenkruid houdt van vochtige ondergrond en staat dan ook graag in vochtige bossen, bij sloot- of waterkanten en in moerasgebieden. De plant kan gemakkelijk een hoogte van een meter halen en heeft op de top zeer dicht opeenstaande witroze tot rozerode buisbloemen, zoals je kunt zien op de foto. Je ziet deze soort heel vaak samen staan met planten van de echte valeriaan.
De stengel van de plant heeft een enigszins zachterode kleur en de bladeren lijken wat op hennepbladeren. De naam leverkruid is gebaseerd op het feit dat men voorheen thee tegen de verkoudheid maakte van deze plant. Deze thee werd ook gebruikt als laxeermiddel. Nam men echter teveel van deze thee, dan tastte de thee de lever aan. De thee kon ook leverkanker veroorzaken.
Grote slak gevonden langs de kanaaldijk in Best
Andor Jansen vond langs de kanaaldijk in Best een heel grote slak van wel acht centimeter en stuurde mij een foto. Ik herkende de slak meteen van mijn Limburgse periode. Dit is een wijngaardslak. In principe komen deze slakken alleen voor in Zuid-Limburg, vanwege de grote kalkbehoefte die deze slak nodig heeft om zijn grootse slakkenhuis te maken. Hoe de wijngaardslak in Best is terechtgekomen, is mij even een raadsel. Wie weet zijn deze slakken aan het oprukken richting het noorden of is dit een toevalstreffer. Wijngaardslakken kunnen zich uitrekken tot wel twaalf centimeter en sjouwen een huis mee van maximaal vijf centimeter groot. Het is ook deze slak die in de Franse keuken bekendstaat als een delicatesse. Fransen spreken van escargots. Ik ben benieuwd of er de komende jaren nog meer wijngaardslakken in de buurt van Best of ergens anders in Brabant gevonden worden of dat dit een is die ontsnapt is uit de Franse keuken.
Bruine padden zoeken in de achtertuin - Christian Olivier
De bruine pad (bufo bufo) is een van de meest voorkomende amfibieën in Nederland. Hij is zo algemeen, dat hij zelfs in je eigen achtertuin kan zitten. In deze video wordt daar uitleg over gegeven en gaat Christian Olivier op zoek naar de bruine pad in zijn achtertuin. Op de website van Christian kun je nog meer mooie natuurfilms vinden.
Geen albatros, maar welke grote vogel landde dan in de tuin?
Eric van den Boogaard zag in zijn tuin twee grote vogels. Hij dacht dat aan een albatros. Maar op de foto die hij stuurde, herkende ik een zilvermeeuw. Daarbij leven albatrossen enkel op zee. Die komen niet of nauwelijks aan land. Zilvermeeuwen daarentegen zie je steeds vaker rondzwerven in het binnenland, om daar de nestrovers aan de kust te mijden. Op diverse soorten - vooral platte - daken vinden zij, net zoals scholeksters, ideale omstandigheden om een nest te bouwen.
Het zijn vindingrijke vogels, die overal voedsel weten te vinden. Het zijn dan ook alleseters, die vis en schelpdieren eten maar net zo gemakkelijk weggegooid friet of brood verkiezen. Ze eten ook regenwormen in weilanden en samen met andere meeuwsoorten gaan ze naar vuilnisbelten of volgen de ploegende boer op zijn tractor bij het ploegen van de akkers. Een zilvermeeuw kan maximaal zestig centimeter groot worden. De zilvermeeuw heeft een spanwijdte tussen de 130 en 150 centimeter. Een behoorlijke vogel, als je die in je tuin ziet.
Gespot in Duitsland
Patrick Heijmans zag in Duitsland een libel of een juffer. Hij stuurde mij een foto. Op de foto zie ik een vrouwtje van de weidebeekjuffer, maar dit vrouwtje mist volgens mij een stuk lichaam. Het laatste stukje van haar lange achterlichaam zie ik namelijk niet. Dat zie je wel op de tweede foto hieronder.
Weidebeekjuffers kunnen maximaal 4,5 centimeter groot worden en komen redelijk veel voor in en bij de Brabantse beken. Stromend water is voor dit dier wel een vereiste. Weidebeekjuffers zijn binnen de juffergroep van de libellen enigszins forse juffers. Na de paring, die soms zo’n vijftien minuten duurt, zet het vrouwtje eitjes af op plantendelen. Die liggen soms onder water. Soms verdwijnt ze hierbij helemaal onder water. Voor de volgende winter komen ze uit en de larven blijven dan gedurende achttien maanden in het water. Daarna klimmen ze uit het water en worden ze zo’n prachtige weidebeekjuffer.
Rubriek mooie foto’s
In de rubriek mooie foto's dit keer eentje van Gerry de Wit. Die wil even laten zien hoe mooi deze kruisspin, met prooi, eruit ziet.
Natuurtip
De heide staat weer in bloei! Vanaf begin augustus kleuren de meeste velden paars. Ga snel kijken als het kan, de intense kleur vlakt in september al af. Onze boswachters hebben de mooiste routes met bloeiende heide voor je op een rij gezet.
Meer informatie:
• Ontvang gratis de 'Top 10 heideroutes' via deze link.
• Top 10 dieren en planten op de heide via deze link.
• Welke excursies er zijn op de heide, zie je via deze link.
• Mijn favoriet is de route Huisvennen-Kampina, vlak bij Boxtel. Die vind je hier.
Ik wens iedereen heel veel wandelplezier op onze mooie heidegebieden!