Pastoors komen steeds vaker uit het buitenland: 'Altijd even wennen'
In het verleden werden Nederlandse priesters op pad gestuurd om als missionaris het geloof te verkondigen. De laatste decennia is sprake van omgekeerd missiewerk en moeten priesters uit andere landen hier het tekort aan Nederlandse pastoors opvangen. Het bisdom van Den Bosch spreekt van een teken aan de wand: "Het zegt wat over de kwetsbaarheid van het feit dat steeds minder mensen in Nederland zich geroepen voelen. Toch ziet het ook positieve kanten: “We zijn een wereldkerk.”
Mensen die in Brabant nog naar de kerk gaan, worden geconfronteerd met paters uit België, maar ook uit verre landen als Argentinië, de Filipijnen, Indonesië, Kameroen, Nigeria en Oeganda. Voordat priesters hier beginnen, moeten ze de Nederlandse taal beheersen en dat kan wel eens een probleem zijn, stelt het bisdom Den Bosch. Ook een inburgeringscursus is verplicht. Zo maken ze kennis met onze gewoonten en gebruiken.
"Geloof overstijgt culturele verschillen."
Dit alles vergt aanpassing en een periode van gewenning. Ook voor de nieuwkomers onderling, zo meldt een woordvoerder van het bisdom Breda: “Hier leven vier broeders samen, die allemaal uit een ander Aziatisch land en cultuur komen. Toch krijgen ze het voor elkaar om broederlijk en gastvrij naar buiten te treden. Ze overwinnen hun culturele verschillen, omdat hun geloof belangrijker is.”
Voor kerkgangers gaat met de komst van de missionarissen 2.0 ook een nieuwe wereld open. In Nijnsel en Den Dungen bevalt dat al jaren prima. Hier wordt pater Pushpa Raj (44) op handen gedragen. De Indiër is klein van stuk, maar hij heeft een groot hart, vinden de parochianen. “Hij is mild en zacht”, zo wordt hij door een van hen beschreven.
"Ik ben blij dat ik als herder veel kan betekenen."
Ook het Nederlands heeft pater Pushpa prima onder de knie gekregen: “Ik heb het me spelenderwijs aangeleerd door alles eerst in het Engels te vertalen.” Hij werd niet uitgezonden om hier zieltjes te winnen, maar merkte wel al snel dat er werk aan de winkel was. “In India vinden op een zondag vier missen plaats, hier heb je veel minder diensten. Ik ga er niet over oordelen, ben blij dat de mensen openstaan voor mij en dat ik als herder veel voor hen kan betekenen.”
De Indiër werd onlangs teruggeroepen naar zijn geboorteland. Met een klomp als aandenken stapte de pater in het vliegtuig om terug te keren naar India. “Met pijn in mijn hart, maar ja, de plicht roept”, zo liet hij weten. “Ik was door de bisschop voorgedragen om langer in het bisdom te mogen blijven, maar in India was een collega overleden. En omdat ik de taal spreek in zijn parochie, werd ik gevraagd hem te vervangen.”
Maar de ene Indiase priester is andere niet. Marshal Stanislaus moet na vier jaar om een andere reden vertrekken. De kapelaan - bekend vanwege zijn 'houdoe!' waarmee hij iedere mis afsluit - draagt deze zondag in Liempde en Boxtel zijn laatste diensten op. Het bisdom neemt afscheid van hem, omdat zijn taalvaardigheid onvoldoende is. Zijn opvolger? John Varikuti uit … India.