Schreeuwende ouders langs de lijn: 'Ik wil ze een spiegel voorhouden'
Het begint allemaal heel gemoedelijk, de voorstelling op de tribune van O.S.S.-VOLO. “Luistert ’s jongens, ik het wat lekkers meegenomen voor ons allemaal”, roept een van de moeders. “Komkommertje, snoeptomaatje: lekker hoor!” Aan de overkant zit het publiek, dat zojuist op de fiets is gearriveerd.
"Aan het eind van de werkdag alles eruit gooien."
Zodra de kinderen van de voorstelling op de baan komen, verandert de sfeer langs de lijn. De ouders staan op en beginnen te schreeuwen en te juichen. “Ja heerlijk, het is genieten”, zegt Jeroen. “Aan het eind van de werkdag alles eruit gooien. Wel jammer dat mijn dochter in het stuk daar de dupe van wordt.”
Want de ouders wensen dan wel het beste voor hun kind, de andere kinderen komen er minder genadig vanaf. “Ik hoop dat Jip op heure smoel valt!” roept een moeder. “Da’s een echte trut hoor. Het enige waar zij de hele tijd mee bezig is, is winnen.” Jeroen: “We laten zien wat er speelt in de maatschappij en dat brengen we op een ludieke manier onder de aandacht.”
Jeroen speelt de vader van Demi. En zodra zijn dochter in actie komt, gaat hij helemaal los en schreeuwt hij de longen uit zijn lijf. Allemaal spel, maar wel op waarheid gebaseerd, vertelt regisseur Talla Dirkzwager: “De teksten zijn geschreven na gesprekken met mensen van de vereniging.”
Als de voorstelling klaar is, springt het publiek weer op de fiets en rijdt even verderop naar de kantine van voetbalclub SV CHC voor het verhaal van een gepassioneerde trainer. Voor het slot gaan ze naar de Verkadefabriek: de thuishaven van het theatergezelschap Paleis voor Volksvlijt. De fietsers rijden door de ruime entree van de vroegere koekjesfabriek en worden toegejuicht door de spelers.
"Door een blessure kan ze niet naar de Olympische Spelen."
Dan zien ze in het theater de laatste voorstelling. Die is gebaseerd op het verhaal dat op regisseur Dirkzwager de meeste indruk maakte: “Het gaat over een meisje van zestien, trampolinespringster. Ze zou naar de Olympische Spelen gaan maar door een blessure gaat dat nu niet.” De gedachtes en strijd van dit meisje zitten in een stuk met Sam Verhaeren, de enige professionele speler in het gezelschap.
En zo gaat Bosch Buitenspel van uitbundig en volks naar verfijnd en ingetogen. Een heel andere vorm dan de eerdere voorstellingen WIJ, ZIJ en ONS. Het publiek is er na afloop wel over te spreken. “Heel leuk”, oordelen twee dames: “Leuke opzet met het fietsen erbij. En heel reëel wat je ziet.”
De ouders langs de lijn, dat was voor iedereen het meest herkenbaar. “Ik kan me er ook vreselijk aan ergeren”, zegt een man. “Pijnlijk herkenbaar”, vindt een ander: “Maar daardoor ook wel komisch.”
Speler Jeroen: “Ik denk dat er heel veel SIRE-spotjes zijn die hier niet tegenop kunnen. En ik kan ook nog eens lekker m’n agressie kwijt.”
Meer informatie over Bosch Buitenspel van Paleis voor Volksvlijt vind je hier.