De Bruegheltjes houden een familiereünie in het Noordbrabants Museum
Voor dit project deed conservator Floris samen met zijn collega Nadia Baadj jarenlang onderzoek naar de Brabantse schildersfamilie. “Er zijn wel bekendere kunstenaars, zoals Rembrandt of Van Gogh. Maar er is niet één bekendere kunstenaarsfamilie dan Brueghel. Dat je achter de schermen mee mag denken over het verhaal dat we gaan vertellen met hun kunst, dat overkomt je maar één keer in je leven. Zelfs als je in een museum werkt.”
Voor Floris is het een droom die uitkomt. “Het gaat om werelderfgoed. Zeker de topstukken van de bekendere schilders zoals Pieter Bruegel de Oude. Dat ik daaraan mee mag werken, is heel speciaal.”
“We zijn musea gaan overtuigen dat hun werk hierbij moest zijn.”
De tentoonstelling bestaat uit ruim tachtig werken gemaakt door vijf Brueghelgeneraties tussen 1500 en 1700. Daaronder zijn werken van:
- Pieter Bruegel de Oude (1525/30 - 1569)
- Pieter Brueghel de Jonge (1564 - 1638), oudste zoon van Pieter de Oude
- Jan Brueghel de Oude (1568 - 1625), tweede zoon van Pieter de Oude
- Jan Brueghel de Jonge (1601 - 1678), zoon van Jan de Oude
- Abraham Brueghel (1631 - 1690/1697), zoon van Jan de Jonge
Sommigen schreven hun naam als Brueghel, anderen als Bruegel. De meesten woonden en werkten in Antwerpen en Brussel. Maar een deel van de familie komt van oorsprong uit Brabant. Daardoor heeft het museum al een aanzienlijke collectie, 32 werken, in bezit.
De andere 55 werken die te zien zijn, worden geleend bij musea en kunsthandelaren in het buitenland. Vooral uit Europa, maar ook uit Amerika. “Omdat het bekende schilderijen zijn, willen musea vaak al jaren van tevoren weten of ze een schilderij gaan uitlenen of niet”, zegt de museummedewerker.
Daarom deden Floris en de rest van het team jaren geleden al de eerste verzoeken. “We zijn musea gaan overtuigen dat hun werk hierbij moet zijn. De kunstwerken gaan uiteindelijk weer terug, maar mét het verhaal dat ze in een unieke tentoonstelling hebben gehangen.”
Twee bekende schilderijen die nu in Den Bosch te zien zijn, zijn:
- 'De bedelaars' van Pieter Bruegel de Oude uit het Louvre in Parijs,
- 'Bloemenvaas met juweel, munten en schelpen' van Jan Brueghel de Oude uit een museum in Milaan.
Het Noordbrabants Museum leent ook schilderijen van verzamelaars. “Dat vind ik echt cadeautjes, want die kun je normaal gesproken nooit zien”, zegt Floris met een lach. Een voorbeeld daarvan is De dronkaard in de varkensstal geduwd van Pieter Bruegel de Oude. Dat schilderij komt uit een particuliere collectie in New York. En voor het eerst komen ook vrouwen uit de verschillende generaties in de spotlights te staan.
“Je hoeft niet van kunst te houden, om dat te waarderen.”
De afgelopen dagen waren hectisch voor Floris en zijn team. Het was een komen en gaan van busjes met topstukken. Dat die Brueghelschilderijen nu na jaren hard werken naast elkaar hangen in het Bossche museum, is bijzonder voor de conservator.
“Wat ik zelf zo leuk vind, is dat je nu veel duidelijker kan zien dat elke kunstenaar naar de prent of het schilderij van zijn voorganger keek. Sommige schilderijen lijken daardoor sterk op elkaar”, zegt de conservator terwijl hij naar drie schilderijen wijst.
“Je ziet hier drie schilderijen van een winters landschap. Wat stijl betreft, zijn ze anders, omdat ze in een andere tijd en door een andere kunstenaar zijn gemaakt. Maar je ziet op elk schilderij wel dezelfde details terugkomen. Zoals een ekster of vunzig grapje. Je hoeft niet van kunst te houden, om dat te waarderen.”
De expositie is tot en met zondag 7 januari te zien in het Noordbrabants Museum.