Danny Koevermans: van PSV en Oranje naar fluiten in de kelderklasse
Als we Danny spreken heeft hij net de wedstrijd tussen de eerste elftallen van NOAD’32 en Well gefloten. “Ik kijk er iedere week naar uit om te fluiten. Toen ik hier in Wijk en Aalburg aankwam, genoot ik direct van het sportpark. Mooi aan het water, een goed hoofdveld met gras en een gezellig terras voor de kantine. NOAD’32 kan ik weer afvinken van mijn lijst.”
In de loop der jaren was hij op veel sportparken te gast. “Ik ben niet zo’n fan van de moderne sportparken, die zijn minder sfeervol. Doe mij maar het ouderwetse. Als ik toevallig langs een sportpark rij, dan stop ik. Ik stuur dan mijn teammanager een foto met de vraag waar ik nu weer ben.”
"Ik ben bij de amateurs gevormd als persoon."
Dat hij iets met amateurvoetbal heeft, is niet verwonderlijk. “Ik heb lang bij Excelsior’20 in Schiedam gevoetbald en ben pas op mijn 21ste prof geworden bij Sparta. Bij de amateurs ben ik gevormd als persoon. Ik heb er zo’n mooie jaren gehad, de passie voor amateurvoetbal is nooit verdwenen.”
Het lijkt nogal een overgang: van het voetballen in de top van Nederland naar het laagste niveau bij de amateurs. Voor Danny niet, want toen hij in 2014 stopte bij FC Utrecht, ging hij verder als voetballer bij amateurclub SV Brandevoort. Nu tien jaar later fluit hij in de zogenoemde ‘kelderklasse’.
“Het is logisch dat ik op het laagste niveau moet beginnen als scheidsrechter. Het slaat nergens op als ik vanwege mijn verleden hoger ingedeeld zou worden. Ik moet vlieguren maken en mezelf bewijzen. Ik hoop de komende jaren stapjes omhoog te zetten. Achteraf had ik eerder moeten beginnen, dan had ik dat hogere niveau mogelijk al bereikt.”
"Als scheidsrechter wilde ik meer weerstand van spelers en supporters."
Het is als scheidsrechter zijn eerste seizoen bij de senioren. De afgelopen jaren deed hij ervaring op bij de jeugd. “Ik wilde naar de senioren, want hier is meer weerstand van spelers en supporters. Het geeft een kick om tussen 22 voetballers vol met testosteron, wisselspelers, trainers en fans een wedstrijd in goede banen te leiden. Als de meesten je na afloop een hand geven om te bedanken, dan is mijn dag goed.”
Zelf was hij naar eigen zeggen als voetballer niet vervelend voor scheidsrechters. “Ik zei wel eens wat hoor, maar lang niet zoveel als sommige anderen. Ik weet dat een scheidsrechter altijd zijn best doet, fouten maken doet hij niet bewust. Sommige mensen blèren en schreeuwen maar wat. Zo’n man was er ook bij NOAD’32 en na afloop wilde ik even met hem praten. Helaas was hij al snel vertrokken.”
Hij is door zijn verleden als veelscorende spits wellicht de bekendste amateurscheidsrechter van Brabant. “Ik lig daardoor wel extra onder een vergrootglas, al helemaal als ik er een potje van zou maken. Maar ik weet van mezelf dat ik de kwaliteiten heb om de mannen op het veld en de toeschouwers een leuke middag te bezorgen.”