Nog nooit gebobsleed, maar toch geselecteerd voor het nationale team
Janna is een sprintster, met vooral de 60 en 100 meter als specialiteit. Maar hoe komt een snelle hardloopster nou terecht bij het bobsleeën? “Ik ben nog nooit op wintersport geweest en had nog nooit in een bobslee gezeten. Een overstap richting het bobsleeën was nooit bij me opgekomen, al had ik met Erwin Mortier een trainer die wel bekend is in het wereldje. De sport kwam op mijn pad toen ik werd benaderd door Loren Djolo, piloot in de tweemansbob. Ze vroeg of ik mee wilde doen aan een aantal testen.”
"Ik ben heel explosief en heb veel power."
Bij die testen op de atletiekbaan moest ze meerdere malen een karretje vooruit duwen. “Uit de resultaten kwam dat ik heel explosief ben en veel power heb. Eigenlijk wel logisch, want ik ben natuurlijk een sprintster. Met bobsleeën gaat het over een sprint van zo’n 40/50 meter en dat kortere werk ligt me goed. Tijdens testen in het Duitse Winterberg was ik zelf op vakantie, maar ze hebben zoveel vertrouwen in me dat ik in de ploeg werd opgenomen.”
Door testen ‘op het droge’ werd ze geselecteerd voor het Nederlands team, maar door trainingen in het buitenland gaat ze ontdekken of het bij haar past. “Afgelopen weekend heb ik voor het eerst op de baan in Winterberg geoefend. Het gaat nog niet zo hard als ‘echt’ ijs, maar ik vond het super. Ik hou van de adrenalinekick en het is leuk om nieuwe dingen te proberen. Het is wel een beetje wennen qua techniek en timing. Als het nou echt niet leuk is, kan ik er altijd nog mee stoppen. Maar daar ga ik niet vanuit.”
"Ik ben niet bang voor pijn."
Comfortabel is het niet in de bobslee met snelheden van ruim 100 kilometer per uur. “Mijn kracht ligt vooral in het keihard rennen en duwen van de bobslee. Daarna moet ik erin springen, mezelf zo klein mogelijk maken en tot slot aan de rem trekken. Ik ben niet bang voor pijn. Bij het hardlopen ben ik wel eens gevallen, bijvoorbeeld over een horde. Door de adrenaline voel je daar op dat moment niets van.”
Of haar nieuwe uitdaging betekent dat ze minder gaat hardlopen, is Janna duidelijk. “Ik blijf volle bak doorgaan met sprinten. Alles wat ik op de baan doe, heeft bovendien nut voor bobsleeën.”
Leuk feitje is dat ze dankzij een dubbele nationaliteit wellicht voor een unieke prestatie kan zorgen. “Als bobsleeër vertegenwoordig ik Nederland, een hele eer. Maar dankzij mijn dubbele paspoort zou ik als hardloopster ook voor Griekenland uit kunnen komen. Zo ver is het nog niet, maar ik ben ambitieus.”