Man belt veertig keer 112 totdat politie en ambulance tevergeefs uitrukken
Niemand wist waar de beklaagde was. Hij zou maandagochtend om half acht op z’n scooter stappen om vanuit Cuijk naar de rechtbank te komen. “Ik heb hem op het hart gedrukt dat het verstandig is om erbij te zijn, maar ik krijg geen gehoor”, vertelt z’n advocaat.
Het draait allemaal om de vraag of de talloze telefoontjes noodzakelijk waren of niet. Volgens de beklaagde zelf was er écht iets aan de hand. In zijn brief vraagt hij om uitstel, want hij wil getuigen laten horen, onder wie zijn zoon. Hij zou zijn geholpen door een verpleegkundige en een wijkagent. Allemaal mensen die kunnen bevestigen dat zijn belletjes niet voor niets waren.
"Het lijkt alsof hij drie dagen op de grond heeft gelegen maar dat is niet zo.”
De politierechter vertrouwt het in ieder geval niet. “Uw cliënt maakt op mij een nogal verwarde indruk als ik het dossier en zijn brief zo lees. Het lijkt alsof hij drie dagen op de grond heeft gelegen, maar dat is niet zo.” Want de derde dag dat hij belt met 112, rukken de politie en een ambulance voor hem uit. Voor niets. “Zij concludeerden dat er niets aan de hand was met hem. Wat moeten we hiermee?”
Tijdens de zitting ontstaat een beeld van een verwarde, boze man. Hij spreekt in z’n brief van leugens en het verdraaien van de waarheid. Hij voelt zich niet begrepen.
Zijn advocaat probeert uit te leggen wat er speelt bij zijn cliënt. De man is verslaafd en volgt een afkickprogramma, maar hij heeft twee dagen zoveel pijn gehad dat hij daarom 112 zou hebben gebeld.
“Hij zou over een hekje zijn geduwd, waarna hij opnieuw 112 heeft gebeld.”
Ook zag hij een dag later een kennis rijden, onder invloed. Waarvan hij vond dat het gevaarlijk was, dus belde hij 112. Zonder resultaat. En zo gaat hij achter die kennis aan wat eindigt in een ruzie. “Hij zou over een hekje zijn geduwd, waarna hij opnieuw 112 heeft gebeld.”
Het is niet de eerste keer dat de man voor het stalken van 112 bij de rechter komt. Eerder kreeg hij hiervoor al een voorwaardelijke taakstraf van veertig uur.
Volgens de officier van justitie moet duidelijk worden dat dit niet de manier is om hulp te vragen. Ze wil dat de verdachte die voorwaardelijke taakstraf nu moet uitvoeren. En als hij opnieuw de fout ingaat de komende twee jaar, volgt diezelfde straf opnieuw.
De rechter gaat daarin mee. "En misschien moet hij contact opnemen met reclassering, want er is iets niet goed met deze meneer”, sluit de rechter de zaak af.