Een gezin vol snelheidsduivels: 'We hebben passie voor het crossen'
Fayènn achter het stuur en haar broer Jaydee als bakkenist is een succesvolle combinatie. Voor de tweede keer pakten ze de nationale titel, ondanks dat ze in de A-klasse een stuk jonger zijn dan de meeste andere teams. De jaren daarvoor waren de rollen in de zijspan omgedraaid en waren ze ook twee keer de beste van Nederland.
De huidige rolverdeling bevalt goed en de wens is er om de komende jaren bij de kidsandsidecars te blijven regeren in eigen land. “Uiteindelijk willen we wereldkampioen worden”, zegt Jaydee. “We hebben zoveel passie voor het rijden, we houden van de snelheid en het springen.”
"Ze waren bang voor botbreuken."
Helemaal zonder gevaar is het rijden niet. Dat bleek wel in augustus toen het mis ging in Groesbeek. Fayènn: “Vlak voor een bult voelde ik dat ik de zijspan niet meer onder controle had. We kwamen heel hard neer en lagen op de grond. Ze waren bang voor botbreuken, maar het waren gelukkig alleen kneuzingen. De eerste keer dat ik weer mocht rijden was het even spannend, maar daar was ik snel overheen.”
Je zou denken dat de Nederlands kampioenen vaak op de baan zijn voor trainingen. “Maar we trainen bijna nooit”, zeggen de broers en zussen. “We rijden best veel wedstrijden en er is weinig tijd om te trainen. Bovendien kunnen we de baan niet op als het zo nat is.” Hun broer Tys traint thuis regelmatig met ronde knuffels. “Ik hou ze met gestrekte armen voor me en als ik ze laat vallen, probeer ik ze op te vangen. Goed voor mijn reactiesnelheid.”
Als broer en zus is het niet altijd koek en ei. Natuurlijk wordt er weleens op elkaar gemopperd. “Maar de keuze voor Fayènn als coureur en Jaydee als bakkenist was een goede. Ze worden steeds beter en sterker”, aldus vader Edwin. Het was 'zijn schuld’ dat alle drie zijn kinderen nu snelheidsduivels zijn.
"In het begin ging het echt nog langzaam."
“Ik ging vroeger vaak kijken naar de zijspancross. Toen ik Jaydee meenam vond hij het leuk om eens te proberen. Fayènn was toen zes jaar en zag het ook zitten. In het begin ging het echt nog langzaam en oefenden ze wat op een weiland van een boer. Na een jaartje wennen zag je duidelijk vooruitgang.” Moeder Nelleke: “Toen Fayènn een stuk jonger was, zwaaide ze naar bekenden langs de kant. Dat is er nu gelukkig vanaf.”
"Ik maakte een wheelie en Edwin lag bijna op de grond."
Vader en moeder zijn er altijd bij en zorgen voor het onderhoud van het materiaal. Als de vraag komt of ze zelf weleens op de zijspan hebben gezeten, schiet Nelleke in de lach. “Eén keer, ik dacht dat ik dat ook wel kon. Maar toen ik gas gaf, maakte ik een wheelie en lag Edwin bijna op de grond.”