Bobsleebroers zijn hongerig na 'gedwongen sabbatical'
De 'gedwongen' sabbatical gaf de broers meer tijd om andere zaken op orde te krijgen. Bredanaar Jelen kon zich onder andere richten op zijn studie, Janko op zijn werk en gezin met inmiddels een kind. “Maatschappelijk kwam de rustperiode me goed uit. Ik wil voor mijn gezin zorgen”, aldus Janko, woonachtig in Oosterhout. “Het is belangrijk om centen te verdienen. Bobsleeën is heel leuk en eervol, maar het betaalt niet de rekeningen.”
Dit nieuwe seizoen zijn de Franjic-broers weer van de partij. Jelen: “Je moet voor het bobsleeën zoveel opofferen, maar we hebben het gemist. Achteraf gezien zijn we wel blij met de periode zonder de sport, al helemaal omdat we er nu meer tijd aan kunnen besteden.”
"We stonden bij de Spelen al direct dik achter."
Janko en Jelen maakten begin 2022 hun olympisch debuut. Ze blikken met een wisselend gevoel terug. Jelen: “Het was een moeilijk seizoen met veel tegenslagen. Uiteindelijk gingen we op een laat moment alsnog naar de Spelen. Dat was echt een droom die uitkwam. Dan wil je ook laten zien wat je waard bent.” Janko: “De voorbereiding was niet ideaal. Alle concurrenten konden drie weken voor de Spelen al de baan leren kennen. Wij hebben maar zes afdalingen gemaakt. Dan sta je al dik achter.”
Jelen en Janko zijn broers, vrienden, maar ook ploeggenoten. Binnen het Nederlandse team is hun rol veranderd. Janko: “We hebben al het nodige meegemaakt in de slee en daardoor extra verantwoordelijkheid gekregen. Die taken nemen we serieus. Wij zijn ook ooit als nieuwelingen gestart en door onze teamgenoten op sleeptouw genomen. Ons doel is dat iedereen in de slee honderd procent uit zijn maximale fysieke capaciteiten haalt.”
"De adrenaline giert door je lijf."
Het is een mooi gezicht. Grote, gespierde gasten die zich een seconde of vijf helemaal kapot rennen om vervolgens zo stil mogelijk te gaan zitten. Janko: “We trainen ontzettend veel en dan wordt het routinewerk. Het sleeën zelf is wat het leuk maakt, de adrenaline giert door je lijf. De randzaken maken het ook mooi. Je vertegenwoordigt je land op het hoogste niveau en dat doe je met teamgenoten. Die voelen bijna als familie.”
De topsportmentaliteit hebben ze van geen vreemde. Hun vader Mario deed voor Joegoslavië (1984) en Bosnië en Herzegovina (1998) twee keer mee aan de Olympische Spelen. Bij de laatste editie was hij vlaggendrager. “Hij is heel trots op ons en komt graag naar onze wedstrijden kijken. Onze moeder steunt ons ook enorm.”
De broers hopen in 2026 net als hun vader voor de tweede keer aan de start te staan van de Olympische Winterspelen. Het doel is dan om in het klassement een rol van betekenis te spelen. Jelen: “De Spelen zijn het hoogtepunt voor topsporters. Er is flink geïnvesteerd in onze sport en dat geeft ons meer kansen om zo goed mogelijk te zijn."